Betaalbaar wonen niet onnodig op de helling zetten

30-03-2017

Prof. sociale geografie Ben Derudder (UGent) heeft grote vraagtekens geplaatst bij het gebruik in het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (#BRV) van de prognose van 41,5 % ruimtebeslag tegen 2050. Dat deed hij eerder deze week in de Commissie Ruimtelijke Ordening in het Vlaams Parlement. Hij stelt vast dat die prognose zich in een "zelfreferentieel kader" bevindt. Daarmee wordt verwezen naar de moeilijk te achterhalen basis van dit cijfer, dat al enige tijd her en der circuleert. Te weinig gefundeerd en bijgevolg "niet verdedigbaar in het kader van #BRV", luidt het oordeel. Bovendien houdt #BRV te weinig rekening met de gewijzigde trends sinds 2000 en met de juridische belemmeringen die zo'n scenario onmogelijk maken.

Bijgevolg doet de cijfermatige basis van het BRV stilaan de wenkbrauwen fronsen. Meer nog, in het BRV staat ook te lezen dat het aantal vergunningen voor renovatie in stijgende lijn gaat. Uit cijfers van de FOD Economie voor Vlaanderen blijkt evenwel een duidelijke stagnatie van vergunde renovaties. Gezien de ambitie van de Vlaamse regering om tegen 2050 louter woningen te hebben met E-peil 60, is er nog heel wat werk aan de winkel.

Waarom die focus op wonen ?

Daarnaast is het ook essentieel om een blik te werpen op het huidig ruimtebeslag. Vandaag is dit gedaald tot minder dan 5 hectare extra per dag. En die daling zet zich onherroepelijk verder. Maar wonen neemt minder dan de helft in van het ruimtebeslag en is bovendien juridisch beperkt tot 16,5 % van Vlaanderen. Een afbakening die zijn effect niet mist, verdichting aanmoedigt en de huidige dalende trend versterkt. Onderstaand diagram geeft een goed beeld van de verdeling van het ruimtebeslag in Vlaanderen. Het luik recreatie maakt er trouwens ook deel van uit waar parken, recreatiedomeinen, sportvelden enz. in zijn opgenomen.

Het ligt dan ook voor de hand dat een beleidsplan nodig is dat rekening houdt met alle factoren die wegen op het ruimtebeslag in Vlaanderen. Enkel een coherent en globaal beleid dat op omzichtige en genuanceerde wijze inspeelt op de noden kan helpen om op lange termijn het leven, werken en wonen van de Vlamingen te ordenen.

Voorts zijn juiste en precieze cijfers niet alleen noodzakelijk voor overheden, maar voor alle actoren op de markt opdat zij aansluiting zouden kunnen vinden met het raamwerk dat wordt vooropgezet en dat bepalend is voor de toekomst.