De bouwshift gaat vooral over het verbeteren van bestaand ruimtebeslag

27-05-2021

Een gedifferentieerd ruimtelijk beleid kijkt verder dan 3% van de totale oppervlakte

Het politieke debat over het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen en de daaruit voortvloeiende bouwshift gaan momenteel enkel en alleen over de verdere drastische daling van het bijkomend ruimtebeslag. Voor de huishoudens en de bouwactoren ligt de focus evenwel op een voldoende woonaanbod, goede mobiliteit en op het beter maken van de leefomgeving in het bestaande ruimtebeslag. De pejoratieve connotatie rond dat begrip 'ruimtebeslag' maakt dat de discussie te onduidelijk en te eng wordt gevoerd. Het ruimtebeslagrisico, de gronden waar potentieel bijkomend ruimtebeslag kan ontstaan, omvat 3% van de totale Vlaamse oppervlakte. We moeten dan ook af van de tunnelvisie om het bijkomend ruimtebeslag tegen elke prijs te verminderen en eerder nagaan hoe we de ruimte zowel binnen als buiten het ruimtebeslag beter kunnen inrichten. Denk maar aan onze open ruimte die eveneens regenwater massaal laat afstromen richting overbelaste rioleringen en waterlopen in plaats van infiltratie toe te staan. Als je nagaat wat ruimtebeslag allemaal inhoudt, dan kan een sterk Vlaanderen niet zonder. Naast werkgelegenheid, wonen en wegen gaat het immers om meer groen en parken in een verdichte omgeving, recreatie, fietspaden, elektriciteitsproductie, telecom, afvalverwerking, waterzuivering, rioleringen enz.

Ruimtebeslag is geen gevoelsmatige definitie

Het begrip ruimtebeslag is gebaseerd op een Europese definitie die weergeeft hoeveel van onze ruimte gebruikt wordt voor de uitvoering van menselijke activiteit (exclusief landbouw). Concreet bevat ruimtebeslag onze huizen, industriegebouwen en infrastructuur, en tevens ook tuinen, parken, recreatiegebieden of weides in particulier gebruik. Ruimtebeslag is dus ruimer dan verharding en bevat ook veel terreinen die een groene invulling hebben.

Deze verduidelijking van het begrip ruimtebeslag wordt echter vergeten in het maatschappelijk debat en te vaak wordt ruimtebeslag vereenzelvigd met verharding. Zo benoemt het Betonrapport van Natuurpunt de toename in het ruimtebeslag consequent als "betonsnelheid", in het Klimaatrapport van Natuurpunt staat dan weer "maakt open ruimte en natuur plaats voor beton". Ook politici dragen bij tot deze verwarring. Zo sprak Mieke Schauvliege van Groen op Radio 1 over "7 hectare per dag die onder de betonmolen verdwijnen". In al deze voorbeelden wordt steeds ruimtebeslag in plaats van verharding bedoeld.

Tuinen maken 10% uit van Vlaanderen en vallen onder ruimtebeslag. Ook parken, recreatiedomeinen, weiden met hobbypaarden enz. vallen onder ruimtebeslag.
Tuinen maken 10% uit van Vlaanderen en vallen onder ruimtebeslag. Ook parken, recreatiedomeinen, weiden met hobbypaarden enz. vallen onder ruimtebeslag.

Met spraakverwarring krijg je de Vlaming niet mee aan boord

Al deze voorbeelden, en wie wat googelt vindt er vast nog meer, tonen aan dat het voor Vlamingen die niet dagelijks met deze materie bezig zijn, erg moeilijk is om juist en genuanceerd geïnformeerd te blijven over ruimte. Want het onderscheid tussen de verschillende soorten ruimtebeslag, waarvan verharding er slechts één is, is cruciaal om een goed beleid te kunnen voeren. Stijgt het ruimtebeslag door de aanleg van verharding dan heeft dit natuurlijk een andere impact op droogte, biodiversiteit, toegankelijkheid van natuur, dan wanneer het ruimtebeslag stijgt door de aanleg van een park of recreatiezone. Schrappen we woongebied dat heeft dit een impact op de betaalbaarheid van het wonen. Zo blijken heel wat percelen in handen te zijn van sociale huisvestingsmaatschappijen. 

Geen tunnelvisie omtrent slechts 3% van de totale oppervlakte

Een studie van HoGent berekende dat er slechts 40 000ha harde bestemmingen nog beschikbaar is in open ruimte. Dit komt neer op 3% van de totale oppervlakte. 40 000ha zijn natuurlijk niet verwaarloosbaar en hier moet zeker een aangepast beleid rond komen, maar het hele ruimtelijke beleid dient dringend die 3% van de totale oppervlakte te overstijgen.

De woongebieden (exclusief woonuitbreidingsgebieden) die potentieel nog in gebruik kunnen genomen worden bevatten slechts 1% van de totale oppervlakte, of ongeveer 13 500ha. Deze zullen ook nooit volledig verhard worden aangezien het grootste deel van de oppervlakte tuinzone zal zijn.

Centra en kernen vergen kwaliteitsvolle inrichting (ruimtebeslag) voor meer levenskwaliteit van de inwoners
Centra en kernen vergen kwaliteitsvolle inrichting (ruimtebeslag) voor meer levenskwaliteit van de inwoners

Verhoog de ruimtelijke kwaliteit binnen het bestaande ruimtebeslag

Het begrip ruimtebeslag gaat voorbij aan alle kwaliteitsverbeteringen die we kunnen realiseren binnen het bestaande ruimtebeslag. Zo kunnen we stedelijk hitte-eilanden enkel aanpakken door de kwaliteit van de ruimte binnen de steden te verhogen. Dit wil zeggen dat we moeten inzetten op stadsvernieuwingsprojecten die voldoende groen en waterpartijen voorzien. Dat noodzakelijke groen zal geboekstaafd staan als ruimtebeslag, maar de bewoners van de steden zullen dit als een meerwaarde ervaren. Zo werd tijdens de laatste vergadering van de Commissie Leefmilieu, Natuur en Ruimtelijke Ordening in het Vlaams Parlement gewezen op het feit dat de overkapping van de Antwerpse ring de bovengrondse aanleg van een aanzienlijke groene zone en park met zich mee brengt die de leefomgeving van de Antwerpenaar enorm kan verbeteren. Weliswaar valt dit onder ruimtebeslag maar het gaat om een enorme verbetering die enkel toe te juichen valt. Ook voor de Vlaamse Confederatie Bouw onderlijnt dit voorbeeld waar de bouwshift dient op in te zetten: hoe verbeteren we onze centra en kernen en hoe kan de overheid dit versneld mogelijk maken. Daarbij gaat het zowel om het wegwerken van reglementaire hindernissen, snellere vergunningsprocedures als het vrijmaken van voldoende overheidsinvesteringen om dit te realiseren en als hefboom te fungeren voor een veelvoud aan private investeringen. Goed voor de leefomgeving en voor de nodige economische relance en tewerkstelling.   

Hieronder vind je een aantal grafieken over het ruimtebeslagrisico