Draagvlak en goede alternatieven zijn conditio sine qua non voor elk beleidsplan

13-12-2018

Leefbare steden, doorgedreven renovaties en burgerparticipatie

Hoe kunnen gezinnen in de toekomst wonen, werken en leven? Dat is de reikwijdte van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV). Een ingrijpende ommezwaai voor gezinnen en voor ondernemers ligt in het verschiet. Voorafgaandelijk werken aan genoeg goede alternatieven voor wonen en werken in de stedelijke centra is een must. De Vlaamse Confederatie Bouw schuift dit als prioriteit naar voren in plaats van het beperken, neutraliseren en uitdoven van wonen op voorziene ruimte elders. Die beperkende maatregelen zijn immers onhaalbaar zonder goede alternatieven. Meer nog, de regering dient werk te maken van draagvlak bij een bevolking die voor meer dan 60 %* op plaatsen woont die zij veelal als ongelegen bestempelt.

zorgen voor voldoende betaalbare, diverse, kwaliteitsvolle woonvormen in centra
zorgen voor voldoende betaalbare, diverse, kwaliteitsvolle woonvormen in centra

Draagvlak

De laatste weken berichten media over burgerprotesten omtrent de betaalbaarheid van de energietransitie. Opiniemakers en politici over de partijgrenzen heen beklemtonen dat die transitie zal moeten draagvlak hebben, of niet zal slagen. Niets is minder waar voor de betonstop of ingrijpende ruimtelijke shift die zich - bij monde van opiniemakers - al heeft geëtaleerd als totaaloplossing voor klimaat- en mobiliteitsproblemen en bijgevolg raakvlakken heeft met die energietransitie.

De Vlaamse Confederatie Bouw vraagt al langer een positieve switch in de aanpak om dit BRV te lanceren met nadruk op het belang van leefbaarheid en betaalbaarheid in onze steden vooraleer wonen elders te gaan viseren. Daarnaast zijn de volgende tien jaar cruciaal om klimaatopwarming tegen te gaan. Die sense of urgency van de klimaatuitdaging vergt volwaardige, resultaatgerichte plannen op zeer korte termijn met energie-efficiëntie in gebouwen als speerpunt. Een complete ruimtelijke shift in onze regio kan enkel op lange termijn soelaas bieden.

De uitdagingen op het vlak van klimaat en mobiliteit moeten we veel sneller en doortastend aanpakken. Zo ligt het renovatieritme met drastische energetische ingrepen veel te laag om de energiedoelstellingen tegen 2050 te halen. Ongeacht gezinnen in buitengebied of in centra wonen, doen we er goed hen te activeren en te ondersteunen om met een haalbaar stappenplan hun woningen aan te pakken.

Ook op het vlak van mobiliteit is innovatie en een hernomen investeringspolitiek cruciaal om historische achterstand en slijtage weg te werken enerzijds en om de ecologische voetafdruk van onze mobiliteit te reduceren anderzijds. Weliswaar met oog voor maatschappelijk draagvlak en voldoende betaalbare en haalbare alternatieven voor bijv. de wagen. Daarbij gaat het om een volwaardig mobiliteitsplan dat inzet op netwerken tussen naburige en stedelijke centra met o.a. versterkte aandacht voor diverse collectieve vervoersvoorzieningen, fietsostrades, vrachtvervoer over waterwegen enz.

niet inzetten op concentratie maar op netwerken
niet inzetten op concentratie maar op netwerken

First things first

Betaalbare, leefbare alternatieven in stedelijke omgevingen zijn er momenteel ontoereikend en die zitten ook onvoldoende in pijplijn. Daarenboven ligt de stadsvlucht vandaag hoog bij gezinnen met kinderen. Daar alle zeilen bijzetten is de opdracht aangezien er de komende 12 jaar nog 220.000 extra gezinnen bijkomen. De recente gemeenteraadsverkiezingen hebben de prioriteiten van de kiezers kenbaar gemaakt : leefbare, betaalbare woonomgevingen. Dat is de inzet en niet het minst in stedelijke centra.

Bouw brengt raad

  • Versnelde energetische renovatie van gebouwenpark en hernieuwbare energietechnieken zijn cruciaal voor klimaatuitdaging.
  • Groenblauwe dooradering en natuurtechnische ingrepen verhogen leefbaarheid in centra en wapenen kernen tegen overstroming en hitte-eilandeffect.

Met de burgemeesterconvenanten hebben de steden en gemeenten nu al het instrument bij uitstek in handen om de CO2-uitstoot drastisch te reduceren. Die convenanten zetten voor 65 % in op bouw tegen 2020. Tegen 2030 willen gemeenten met een burgemeesterconvenant hun CO2-uitstoot reduceren met 40 %. Het gaat onder meer om energetische ingrepen in openbare en residentiële gebouwen, lokale warmte- en elektriciteitsproductie en efficiënte straatverlichting.

Met de inplanting van groenblauwe accenten maken we stedelijke woonomgevingen weerbaar tegen klimaatveranderingen met hitte-eilandeffecten en mogelijke overstromingen. Bovendien verbeteren groene accenten de lucht- en levenskwaliteit en de sociale cohesie onder bewoners. Het gaat om natuurtechnische ingrepen aan de publieke ruimte en gebouwen zoals de aanleg van wadi's, het ontzegelen van pleinen, plantvakken als rain gardens of tijdelijke opvangbekkens, groene gevels en daken, (dak)tuinen, terrassen, stadsparken enz.

Bij grote projecten zijn bouwbedrijven reeds tijdens de ontwerpfase actief betrokken om de technische uitwerking van de water- en groenelementen te waarborgen. De Vlaamse Confederatie Bouw zet al langer in op de uitbouw van een kenniscentrum om de toepassingen van ecologische en natuurtechnische materialen en handelingen in de bouw te stimuleren. Daarnaast heeft zij sinds kort een beroepsfederatie in haar rangen die aannemers beslagen in gevel- en dakgroen, gespecialiseerd advies en gerichte dienstverlening verschaft.


* Bron : vito synthesestudie 2016 - synthesekaart gedifferentieerde ontwikkelingskansen