Een vierde van bevolkingsgroei geconcentreerd in 10 steden en gemeentes

13-11-2017

Uitdaging van formaat in groeipolen

Tegen 2030 komen er in Vlaanderen bijna 220.000 gezinnen bij. 26 % van die gezinnen zullen zich vestigen in 10 steden en gemeentes. De stad Antwerpen zal overduidelijk het gros van die gezinnen huisvesten. Gevolgd door de stad Gent. Andere groeipolen zijn Mechelen, Aalst, Vilvoorde, Hasselt, Roeselare, Geel, Sint-Niklaas en Heist-op-den-Berg. Om die gezinnen tegen 2030 van een kwaliteitsvolle woonst te voorzien, moeten de plannen vandaag al afgewerkt klaar liggen op de tekentafel.

Verdichtingsprojecten en beoogde stadsvernieuwing zijn complexer en tijdrovender dan traditionele verkavelingen. Niet het minst vanwege het administratieve proces - o.a. aanpassing bestemmingsplannen - kan de doorlooptijd oplopen van gemiddeld 12 tot steeds vaker 20 jaar. Daarnaast staan de snelst groeiende gemeenten en steden voor niet te onderschatten investeringen en inspanningen om een inhaalbeweging te maken op het vlak van ruimtelijke plannen, bouwvoorschriften, infrastructuur, mobiliteit, nutsvoorzieningen zoals riolering en waterzuivering enz.

Bron: SVR-projecties uit 2015 - verwerking VCB
Bron: SVR-projecties uit 2015 - verwerking VCB
Bron : SVR-projecties uit 2015 - verwerking VCB
Bron : SVR-projecties uit 2015 - verwerking VCB

Bevolkingsgroei binnen en buiten de Vlaamse ruit

Bovenstaande tabel en kaart duiden aan dat de gemeentes met een te verwachten (sterke) bevolkingsgroei zich niet alleen situeren in de Vlaamse ruit tussen Brussel, Gent, Antwerpen en Leuven. Zo bevinden zich vier van de tien sterkste groeiers niet in de Vlaamse ruit. Wanneer de vijftig of meer groeiende gemeenten onder de loep worden genomen, gaat het om een lappendeken van locaties verspreid over heel Vlaanderen. Van de kust tot de Antwerpse Kempen en Limburg.

De Vlaamse regering doet er daarom goed aan een beleid uit te tekenen dat geënt is op alle groeipolen in Vlaanderen. Factoren die de knooppuntwaarde van een gemeente bepalen moeten verder gaan dan ontsluiting - zoals de aanwezigheid van een collectief vervoerspunt of treinstation - en voorzieningen zoals onderwijs, zorg, tewerkstelling enz. . Een 'slimme locatie' zet niet het minst in op betere luchtkwaliteit, groen in de bouw, hernieuwbare energietechnieken, innovaties in mobiliteit en voldoende diverse, betaalbare woonvormen om gezinnen niet alleen aan te trekken maar ook te behouden. Immers, bij veranderende woonnoden - zoals behoefte aan een tuin of meer woonruimte - zien we vaak jonge gezinnen wegtrekken uit de stedelijke groeipolen vanwege onder meer de hoge vastgoedprijzen.