Een weloverwogen ommezwaai richting 2050
Gezinnen en ondernemers realiseren BRV
De vraag van de Vlaamse Confederatie Bouw aan prof. Laverge (UGent) om brongegevens uit het beleidsplan ruimte Vlaanderen (BRV) te actualiseren - wat heeft geleid tot vernieuwde inzichten - heeft het debat rond wonen en werken richting 2050 verder aangezwengeld. Sinds de lancering van het BRV heeft de VCB het aanzienlijke belang van uitdagingen beklemtoond zoals het terugdringen van de ecologische voetafdruk in Vlaanderen en de mobiliteitsproblemen. Indien het nieuwe beleidsplan omtrent wonen, werken en leven in Vlaanderen evenwel succesvol wil zijn, dienen we te allen tijde twee zaken voor ogen te houden : één, draagvlak onder de gezinnen en ondernemingen die het zullen moeten waarmaken. En twee, de haalbaarheid van de doelstellingen. Beide onderlijnen het belang van oplossingen op maat van Vlaanderen. De huidige, uiteenlopende woonwensen en de vraag naar architecturale verscheidenheid maken er onlosmakelijk deel van uit. De bouwsector levert dan ook de inspanningen en de technologische innovaties om de meest uiteenlopende woonnoden milieuvriendelijk in te vullen. Betaalbaarheid en het vrijwaren van gezinswoningen voor waardeverlies zijn daarbij cruciaal.
Uiteraard werken de VCB en haar leden dagelijks aan gunstige omgevingsfactoren voor een versnelde, kwaliteitsvolle stadsvernieuwing en verdichtingsprojecten die broodnodig zijn om de bijkomende honderdduizenden gezinnen te huisvesten tegen 2050. Die trend is al geruime tijd aan de gang - met name onder impuls van de bouwsector - en de Vlaamse regering wenst er dan ook op in te zetten. Niet het minst omdat de beschikbare percelen voor wonen al decennia lang begrensd zijn om de open ruimte in Vlaanderen te vrijwaren. Eind 2016 heeft de Vlaamse regering haar plannen ontvouwd om de beschikbare ruimte in onze regio in haar definitieve plooi te leggen richting 2050. Dit heeft geleid tot twee bekommernissen : er wordt een duidelijke beleidslijn gehanteerd om de beperkte, resterende ruimte voor wonen en werken verder te begrenzen en zelfs aanzienlijk af te bouwen in buitengebied zonder concrete plannen om verdichtingsprojecten en stadsvernieuwing in een stroomversnelling te brengen enerzijds; en anderzijds zonder na te gaan of die gekozen recepten in lijn liggen met de noden en wensen van gezinnen en ondernemers.
Recente enquêtes hebben niet alleen aangetoond dat de woonwensen van (ver)bouwers zeer uiteenlopend zijn. Zij kiezen steeds meer voor appartementen maar al te vaak als opstap naar een woning met tuin. Niet alleen de Vlaamse Confederatie Bouw, maar ook de bevoegde minister, houdt daarom vast aan een breed aanbod van woningtypes binnen de beschikbare ruimte en liefst waar de noodzakelijke nutsvoorzieningen reeds voorhanden zijn. Immers, inzetten op innovaties in hernieuwbare energietechnieken en op het vlak van mobiliteit, in combinatie met gedragswijziging, zullen sneller een gunstige impact hebben op de klimaatdoelstellingen en de dichtslibbende wegen dan een BRV zonder noemenswaardig draagvlak. Het systematisch inplannen van tewerkstelling aan collectieve vervoerspunten kan eveneens doorslaggevend zijn, mits mensen warm te maken voor ecologisch vriendelijk voortransport richting bijv. treinstations in hun buurt. Denk aan bijv. lichte elektrische voertuigen.
Ten slotte het BRV zelf. Een ambitieus plan dat een ommezwaai wil bewerkstelligen in wonen en werken, dient weloverwogen en goed voorbereid te worden aangevat. Daar is nog heel wat werk aan de winkel. Intussen werd de prognose rond ruimtebeslag, met een doemscenario tegen 2050, verwezen naar de prullenmand, alsook de boskaart; er is sprake van een forse overschatting van de onbenutte ruimte bestemd voor wonen en werken, onduidelijkheid over schaderegelingen bij gebruiksbeperkingen; actualisering van mobiliteitscijfers leidt tot vernieuwde, andere inzichten enz.
De Vlaamse Confederatie Bouw waakt zorgvuldig over het af te leggen traject in het BRV - met inbegrip van een haalbare timing - en de rechtszekerheid geboden aan gezinnen en ondernemers. Aansturen op oplossingen op maat van Vlaanderen, met oog voor de rechtszekerheid, de noden en de wensen van haar inwoners, heeft geen uitstaans met vasthouden aan een status quo als wel met het inzetten op structurele stappen voorwaarts richting gezondere lucht en minder files in Vlaanderen. Dit gebaseerd op draagvlak en oog voor de veranderende noden van (ver)bouwers omtrent eender welk woningtype, ligging en architecturale voorkeur. We hebben het dan trouwens nog niet gehad over de herculesopdracht om tegen 2050 elke woning in Vlaanderen te BENOveren.