Factcheck: nieuwe studie rond bodemkwaliteit baseert zich op gedateerde en overdreven prognose rond ruimtebeslag
Internationale onderzoekers sturen aan op drastische bouwstop in Vlaanderen op basis van onrealistisch scenario
Begin februari heeft De Standaard bericht over een internationale studie omtrent de Vlaamse bodemkwaliteit. Op basis van hun bevindingen sturen Nederlandse en Britse experts aan op een drastische bouwstop in onze regio. Uit VCB-analyse blijkt deze internationale studie uit te gaan van een prognose voor Vlaanderen die niet alleen gedateerd en onrealistisch is, maar vooral afkomstig is uit een proefschrift uit 2010 dat louter verschillende fictieve scenario's naar voren schoof om de impact na te gaan van diverse gradaties aan ruimtebeslag op de waterhuishouding in onze regio. Terwijl bouwgronden strikt begrensd zijn en het laatste decennium hergebruik van ruimte, hogere dichtheden en ruimtelijk rendement sterke opgang hebben gekend. Dat maakt dat de trend vandaag gunstiger is. Bovendien blijkt uit een recente studie van de Hogent dat het aantal beschikbare bouwgronden aanzienlijk lager ligt dan experts tot dusver aannamen. Voorts zet de bouw al langer in op gezonde bodem bij o.a. grondverzet, het verduurzamen van bestaande bebouwing en klimaatadaptieve nieuwbouwprojecten.
Evenwichtig beleid vergt correcte prognose
De internationale studie in kwestie - 'Soil as natural capital' - heeft het grote belang weer van een gezonde bodem en duidt dat Vlaanderen 16% verharding kent en 33% ruimtebeslag waarvan private tuinen 10% uitmaken en waaronder o.a. ook parken en recreatiedomeinen vallen. Maar doortastende aanbevelingen voor toekomstig beleid vergen realistische prognoses en de laatste trends. En daar wringt het schoentje. Terwijl de Vlaamse overheid zelf aangeeft in een driejaarlijkse evaluatie van 2016 tot 2019 dat het bijkomende ruimtebeslag gedurende die periode gemiddeld 5,1 ha/dag bedroeg, gaat de onlangs gepubliceerde studie uit van 6 ha/dag.
Daarnaast wordt opnieuw uitdrukkelijk verwezen naar het proefschrift 'Modelling urban expansion and its hydrological impacts' uit 2010 van onderzoekster Lien Poelmans. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een van haar scenario's, met name het meest onwaarschijnlijke dat uitgaat van 41-50% aan ruimtebeslag in Vlaanderen tegen 2050. Maar dat scenario kan eenvoudigweg niet omdat o.a. bouwgrond strikt begrensd is en nog veel schaarser dan tot dusver naar voren werd geschoven. Meer nog, dit proefschrift had een heel andere doelstelling en was louter een wetenschappelijke oefening om de impact te meten van verschillende (fictieve) bebouwingsgraden op de waterhuishouding in Vlaanderen. "Het klopt dat mijn cijfers zuiver wetenschappelijk zijn, dus niet bedoeld om er beleid op te baseren. En ze zijn inderdaad ook achterhaald, want het ruimtelijk beslag neemt minder snel toe", heeft Lien Poelmans zelf aangegeven in Trends in 2017. "Ik heb begrepen dat ze ook niet meer worden gebruikt door Ruimte Vlaanderen", voegde zij er nog aan toe. In maart 2017 werd dit scenario van Lien Poelmans inderdaad in het Vlaams Parlement bestempeld als geen voer voor beleid.
Recente cijfers
Volgens een recente studie van Hogent kan maximaal 3% van Vlaanderen nog worden ingenomen door wonen, werken en mobiliteit. Voor wonen alleen gaat het om 22.752 ha, inclusief 9319 ha woonuitbreidingsgebied die door de lokale besturen gedurende 20 jaar onder een stolp kunnen geplaatst worden. De reƫle voorraad aan percelen voor wonen ligt bijgevolg tot bijna de helft lager dan hetgeen in het beleidsplan ruimte Vlaanderen werd opgenomen (42.000 ha voor wonen).
De conclusie is dan ook onmiskenbaar dat bouwgrond in Vlaanderen schaarser is dan ooit. Meer nog, heel wat van de nieuwbouwprojecten wordt vandaag gerealiseerd op bestaande sites, sloop- en heropbouw gaat gepaard met hogere dichtheden, flats zitten al jaren in de lift, het bijkomende ruimtebeslag daalt jaar na jaar, nieuwbouw wordt enkel compacter enz. De trend in ruimtegebruik is gunstig en dit dient meegenomen te worden bij het vormen van onder meer het woonbeleid in onze regio. Want betaalbaarheid en een stagnerend woonaanbod - vooral in centra en kernen - zijn grote bekommernissen om de bouwshift te doen slagen.
Bouw zet in op gezonde bodem en duurzame projecten in klimaatadaptieve omgeving
De afgelopen jaren heeft de VCB haar schouders gezet onder het project 'Bouwen op/aan gezonde bodem' om ieder die betrokken is bij grondwerken bewust te maken van het belang ervan. Daarmee zet de bouw en verschillende stakeholders in op de kwaliteit van bestaande bodem en hergebruikte grond door ecosysteemdiensten, biodiversiteit, waterhuishouding, bodemvruchtbaarheid enz. in die grond te vrijwaren en te herstellen of te verbeteren.
Daarnaast helpt de bouw blauwgroene doelstellingen te realiseren in kernen en centra en breekt zij een lans om bestaande bebouwing te verduurzamen op het vlak van energie, waterhuishouding, biodiversiteit, groenvoorziening enz. Bovendien zet de VCB haar schouders onder een objectief beoordelingskader voor biodiversiteit in bouwprojecten. Zo kan je nagaan hoe de maatregelen die in een project worden voorzien, werkelijk zullen bijdragen tot het verbeteren van de biodiversiteit.