Gemeenteraadsverkiezingen: focus op wonen in kernen in plaats van schaarse bouwpercelen te viseren

10-10-2018

Gezinnen liggen wakker van betaalbare en comfortabele woningen in een leefbare omgeving, niet van ruimtelijk rendement voor heel Vlaanderen

Minder dan 2 % van Vlaanderen is braakliggend terrein bestemd voor wonen. Volgens het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen rest er immers 25.000 ha voor woningen en appartementen. Alle actoren in de bouw beseffen al geruime tijd dat dit lang niet genoeg is om de bevolkingsgroei op te vangen. Essentieel zijn daarom stadsvernieuwingen en verdichting in kernen in een stroomversnelling te brengen, met de nadruk op de kwaliteitsvolle inrichting van de omliggende openbare ruimte. Dat is de inzet van de nakende gemeenteraadsverkiezingen. De recente debatten en media-aandacht over het verder beperken van de resterende bouwgronden - al dan niet goed gelegen - is stilaan uitgegroeid tot een symbooldossier waar de 550.000 gezinnen die er de volgende decennia bijkomen, weinig boodschap zullen aan hebben. Aan betaalbare, leefbare en comfortabele woonvormen des te meer.

25.000 ha bouwgrond is stilaan uitgegroeid tot symbooldossier

De manier waarop we met z'n allen wonen, is voor minder dan de helft verantwoordelijk voor de verharding in Vlaanderen. Woningen en flats omhelzen iets minder dan 7 % van de verharding die in onze regio in totaal 14 % bedraagt. Het debat over de betonstop gaat momenteel evenwel enkel en alleen over de woonsituatie van gezinnen. Dit terwijl ook landbouw, recreatie en sport, verkeersinfrastructuur, industrie enz. heel wat ruimtebeslag op hun conto hebben.

Bovendien hebben overheden zelf in de hand of woonreservegebieden op korte termijn dienen aangesneden te worden of niet. Stadsvernieuwing en kwaliteitsvolle verdichting vergen momenteel gemiddeld 12 jaar doorlooptijd vooraleer gezinnen er kunnen gaan wonen. Er zijn heel wat cases waar dit zelfs oploopt tot 20 jaar. Tegen dat verdichtingsritme kunnen de bijkomende gezinnen niet zonder andere uitwegen zoals beschikbare percelen bestemd voor wonen.

De hamvraag van het BRV is 0 ha tegen 2040 of tegen 2050 zoals de Europese Commissie aanbeveelt. De deadline van 2040 is een vrijwillige keuze van de Vlaamse regering. Het haalbare verdichtingsritme, woonbehoeftestudies en de enorme budgettaire en maatschappelijke kosten zijn essentiële factoren die nog niet werden meegenomen in het bepalen van deze deadline die een decennium te vroeg lijkt te komen.

Ook adviesraden overtuigd van woonbehoeftestudies

Woonbehoeften voeren voorlopig niet de hoofdtoon in het beleidsplan ruimte Vlaanderen (BRV). Eind september hebben verschillende adviesraden - SARO, MINA-raad en SERV - van de Vlaamse regering een gezamenlijk advies over het BRV bekend gemaakt. Zij beklemtonen daarbij dat een volwaardige visie op wonen en werken in Vlaanderen niet zonder behoefteramingen kan. Meer bepaald regionale woonbehoeftestudies zijn doorslaggevend om gedegen antwoord te kunnen bieden. Niet alleen op gemeentelijk niveau, maar ook en vooral op het niveau van regionale woningmarkten.

Daarnaast vragen de adviesraden verdere verduidelijking over de planschaderegeling bij een herbestemming van percelen tot open ruimtefunctie. Het spreekt voor zich dat zonder rechtszekerheid voor eigenaars het BRV geen slaagkansen heeft. Dat betekent een billijke vergoeding die overeenkomt met de huidige, reële marktwaarde van die bouwgronden.

Betrek bouwsector en bundel krachten richting kwaliteitsvolle verkerning

De bouwsector in Vlaanderen kan buigen op een hele resem schoolvoorbeelden van kwaliteitsvolle stadsvernieuwingen en verdichtingsprojecten. Met de PPS-projecten van de afgelopen 15 jaar kunnen we een fraaie trackrecord voorleggen, maar ook de budgettaire reikwijdte van stadsvernieuwing komt aan de oppervlakte.

Tussen 2002 en 2016 heeft de sector in Vlaanderen via publiek-private partnerships (PPS) 63 stadsvernieuwingsprojecten gerealiseerd. Het ging om bijna 4000 woongelegenheden en de creatie van meer dan 500.000 m² groene ruimte en van meer dan 700.000 m² van publieke ruimte om een leefbare, kwaliteitsvolle omgeving tot stand te brengen. Die projecten werden gerealiseerd met 152 miljoen euro aan subsidies die hebben geleid tot 2,6 miljard euro aan investeringen uit de private sector. Niet alleen geeft dit het succes aan van de PPS-formules, ook illustreert dit welke investeringen stadsvernieuwingen op grotere schaal de komende decennia zullen vergen. De budgettaire rol van de Vlaamse en lokale overheden is daarbij niet gering - niet het minst in de kwaliteitsvolle inrichting en onderhoud van de publieke ruimte - aangezien hun ruimtelijke plannen de gezinnen versneld richting stedelijke centra stuwen.

Betaalbaarheid om gezinnen aan te trekken, leefbaarheid om ze te behouden

Schaarste in percelen is geen recente evolutie. Dat bewijst de grote expertise en bouwkunde in onze regio in compacte woonvormen. Cruciaal om gezinnen aan te trekken in stedelijke centra en andere kernen is betaalbaarheid. Ze behouden is afhankelijk van een leefbare woonomgeving met aandacht voor rust, privacy, groen, veiligheid, luchtkwaliteit enz. Daar werk van maken is hoofdzaak, zoals blijkt uit de debatten in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen komende zondag.