Gunstige evolutie in bijkomend ruimtegebruik verdient meer aandacht

23-11-2022

Onlangs is in De Tijd een opinieartikel verschenen van de hand van Rik Van Cauwelaert: 'Paleis der Natie, gebetonneerde landschappen'. Daarin wordt verwezen naar een recent boek van o.a. prof. Tom Coppens. Naast de oorsprong en de historiek van verspreide bebouwing in Vlaanderen, worden cijfers aangehaald die prof. Coppens linkt aan de aankondiging van het nieuwe beleidsplan ruimte Vlaanderen (BRV) in 2016: "in 2017 steeg het Vlaamse ruimtebeslag door nieuwe verkavelingen en bouwprojecten van 6,4 naar 7,3 hectare per dag." Als Embuild Vlaanderen betreuren wij al langer dat experts zulke cijfers wars van de nodige nuance, naar voren schuiven. Want dezelfde prof. Tom Coppens stelt in een artikel van Factcheck Vlaanderen het volgende over de cijfers aangaande het ruimtegebruik in Vlaanderen: "in 2018 is er een correctie gebeurd op de berekeningsmethode, waardoor cijfers van 2018 en 2019 eigenlijk niet meer te vergelijken zijn met 2017". Dit verklaart de hoge stijging in 2017."

Dat kan je uitgebreid verder nalezen in het artikel van Factchek Vlaanderen. Onderaan het artikel vind je bovendien bijkomende informatie die op vraag van Embuild Vlaanderen (het vroegere Vlaamse Confederatie Bouw) werd gecheckt en toegevoegd. Daaruit blijkt een drastische daling van het bijkomende ruimtegebruik in Vlaanderen voor 2019. En dat heeft zich verder doorgezet in 2020. Dat kan je dan weer lezen in een blogbericht op basis van de cijfers van statbel. Onze conclusie is dat de trend voor bijkomend ruimtegebruik voor wonen in onze regio onmiskenbaar dalend is en dat de tussentijdse doelstelling van de Vlaamse regering van 3ha/dag tegen 2025 alvast haalbaar is. Maar dat voluntarisme over de gunstige evolutie komt weinig aan bod in het publieke debat, hoewel dat ook reeds op tafel heeft gelegen in de Commissie Leefmilieu in het Vlaams Parlement. 

Ruimtelijk rendement

Een aantal zaken geven concreet de gunstige evolutie aan in ruimtegebruik in Vlaanderen: in twintig jaar tijd zijn we geĆ«volueerd naar een vervijfvoudiging van het aantal nieuwe woningen per hectare. Uit de gegevens van de Vlaamse overheid blijkt dat bijna 80% van de nieuwe wooneenheden op bestaande ruimte wordt gerealiseerd. Er is heel wat hergebruik van ruimte en sloop en heropbouw. Elke woning die gesloopt wordt, wordt gemiddeld vervangen door 2,2 wooneenheden. Volgens het laatste Ruimterapport worden 9 op de 10 nieuwe appartementen gerealiseerd binnen bestaand ruimtebeslag. Er wordt dus bijna geen nieuwe ruimte voor aangesneden. Hoewel het BRV expliciet hoogbouw promoot, heeft prof. Coppens in een recente pano-uitzending het toenemend aantal appartementen in onze centra en kernen aan de kaak gesteld. Ook heeft hij toen uitgepakt met een onrealistisch doemscenario van 6ha/dag of 40% ruimtebeslag in de nabije toekomst. Maar dat is een fictief scenario van meer dan tien jaar oud uit een doctoraat om de eventuele impact van extreem ruimtebeslag op de waterhuishouding na te gaan. De laatste trends voor het ruimtegebruik voor wonen zijn gunstig. En appartementisering sluit aan bij de verdunning van huishoudens en stimuleert het ruimtelijk rendement in Vlaanderen conform de strategische visie van het BRV. 

Ruimtelijk rendement zit in Vlaanderen in de lift
Ruimtelijk rendement zit in Vlaanderen in de lift

Betaalbaar wonen op de helling 

Voor Embuild Vlaanderen staat betaalbaar wonen centraal in de bouwshift. Want dat staat vandaag op de helling. Terwijl er heel wat aandacht wordt besteed aan bestaande, verspreide bebouwing, is de centrale uitdaging van het BRV immers kwaliteitsvolle verkerning om tegen 2040 bijkomend 300.000 huishoudens een goede woonomgeving en betaalbare woning te bieden. En daar knelt meteen ook het schoentje. Niet alleen werden de meerkosten voor de overheid en voor de particulier die gepaard gaan met verdichting tot op vandaag niet bestudeerd, maar vooral stagneert het aanbod in populaire steden en kernen; de prijzen lopen op en er is vaak een mismatch tussen wat huishoudens wensen en wat er te vinden is. Het al dan niet aanpakken van die kwalitatieve woningnood is bepalend voor de bouwshift. Maar het gaat om tijdrovende, complexe en risicovolle projecten. De schaarse bouwgronden in kernen zijn duurder; nutsleidingen dienen te worden versterkt; er is nood aan veel meer kwalitatief groen en openbare ruimte; de waterhuishouding dient te worden versterkt; er zijn veel vaker saneringskosten; renovatie in mede-eigendom kent vaak meer hindernissen; werforganisatie is een stuk complexer voor binnenstedelijke projecten enz. 

Gaat Vlaanderen net zoals Nederland richting een pertinente woonnood?
Gaat Vlaanderen net zoals Nederland richting een pertinente woonnood?

Ten slotte, de commissie Leefmilieu van het Vlaams Parlement heeft onlangs het bouwshiftakkoord goedgekeurd. Dat akkoord heeft de Vlaamse regering begin dit jaar gesloten. Dat is een goede zaak, opdat nu met de nodige rechtszekerheid de centrale uitdaging kan aangevat worden: kwaliteitsvolle verkerning. Die centrale opdracht, ingeschreven in het beleidsplan ruimte Vlaanderen (BRV), wordt al jarenlang ondergesneeuwd door de discussie over schaarse bouwgronden. Terwijl er nog heel wat werk aan de winkel is in onze steden en kernen om de stijgende woonbehoeften te beantwoorden met een toereikend en divers aanbod.