Het optimaal inzetten van kantoren aan stations en mobihubs

07-07-2021

Hybride manier van werken biedt kansen aan openbaar vervoer en aan kantoorinfrastructuur

De toekomst is steeds meer aan kwaliteitsvolle kantoorgebouwen op goed gelegen locaties ontsloten door mobihubs en collectief vervoer zoals treinstations. Dat is onder meer het gevolg van de recente opgang van een hybride manier van werken. Daarbij wordt de werktijd verdeeld tussen meer telewerk en de nodige aanwezigheid op kantoor. De trend is bovendien wereldwijd merkbaar. In New York houden miljoenen werknemers ook in deze fase van de coronacrisis vast aan de nieuwe manier van werken en bedrijven snoeien drastisch in de vierkante meters aan kantooroppervlakte. Ook in ons land maken heel wat bedrijven dezelfde keuze. Zo heeft Proximus onlangs bekend gemaakt de helft van haar kantoorruimte in Brussel te schrappen. Voorts kan de strategische locatie van kantoorgebouwen op korte termijn de mobiliteit helpen stroomlijnen. Meer nog, een hybride manier van werken biedt kansen voor ons openbaar vervoer.  

Precorona viel het woon-werkverkeer en de spitsmomenten in het verkeer veelal samen. De Vlaamse overheid zet volop in op de uitrol van lokale vervoersregio's met een netwerk aan mobihubs, fietspaden, overstapmogelijkheden en deelvervoer om onze mobiliteit te verduurzamen. Het lokaliseren van werkplekken en satellietkantoren aan mobihubs en treinstations, komt die shift enkel ten goede. De opgang van een hybride manier van werken - verdeeld tussen thuis en op kantoor - biedt nu bijkomende mogelijkheden om de capaciteit van kantoren en van openbaar vervoer te optimaliseren. 

Proximus Towers in Brussel. Het bedrijf wil haar kantoorruimte terugschroeven.
Proximus Towers in Brussel. Het bedrijf wil haar kantoorruimte terugschroeven.

Nieuwe manier van werken

Doorgedreven telewerk, glijdende uren en gerichte aanwezigheid op kantoor helpen het woon-werkverkeer beter te stroomlijnen. Wanneer werknemers ook de flexibiliteit hebben om - naast een aantal dagen telewerk - ook hun dagen op kantoor gericht in te vullen, dan is hun verplaatsing minder gebonden aan de gebruikelijke spitsuren. Daardoor kan de capaciteit van de treinen beter gespreid worden over de hele dag heen. Met als gevolg voor het openvaar vervoer dat het rendement toeneemt, aangezien de beschikbare capaciteit continu en beter kan ingezet worden. Bovendien helpt die wendbaarheid bij werknemers ook de files te vermijden. 

Voorts leidt de nieuwe manier van werken tot veranderingen op werkplekken en kantoorgebouwen. Naast veel meer telewerk, krijgen we ook meer lokale satellietkantoren aan mobihubs, die kunnen gedeeld worden door verschillende bedrijven. Voorts lijkt een vast, individueel bureau stilaan eerder de uitzondering, terwijl modulaire ruimtes voor informeel overleg, brainstorming, vergadering, videoconferenties enz. aan een opgang bezig zijn. Die trend sluit aan bij de toegevoegde waarde van kantoorgebouwen als ontmoetingsplaats voor medewerkers, die steeds vaker hun tijd verdelen tussen telewerk en gerichte aanwezigheid op kantoor.  

Leefbare stationsbuurten 

De NMBS heeft een indrukwekkende vastgoedportefeuille. Met 6000 hectare grond, verdeeld over 15.000 percelen, en 3,25 miljoen vierkante meter ruimte in 2305 gebouwen is de nationale spoorwegmaatschappij veruit de grootste publieke vastgoedeigenaar van het land. Vooral rond de stations zit veel potentieel, dat de NMBS wil activeren.

Dat stond te lezen in Trends, juni 2020.

Bovendien zet de vastgoedpoot van de NMBS steeds meer in op het creĆ«ren van leefbare stationsbuurten door gemengde projecten op te zetten waarbij wonen, werken en recreatie een prominente plaats krijgen. Lopende projecten zoals het ZIN-project (de vroegere WTC-torens) en de reconversie van de Proximustorens aan Brussel-Noord sluiten aan bij dergelijke ontwikkelingen van stationsbuurten. 

Meer werkplekken en lokale hubs van bedrijven aan treinstations en mobihubs zullen op korte termijn de uitrol van de vervoersregio's valoriseren en onze mobiliteit helpen verduurzamen. Anderzijds dienen we de ontwikkeling van leefbare stationsbuurten te versterken als hefboom voor kwaliteitsvolle verdichting

besluit Marc Dillen van VCB.