Huishoudens betalen het gelag van provinciale plannen
Nefaste gevolgen zijn onvoldoende bekend bij publieke opinie
De Europese Centrale bank heeft bericht dat een mediaan Belgisch gezin het derde rijkste is van Europa. Dat komt vooral omdat de Belgen meer dan andere Europese huishoudens eigenaar zijn van hun huis. Maar net dat wordt steeds moeilijker in Vlaanderen. In een commentaarstuk legt de krant Het Nieuwsblad de vinger op de wonde: niet alleen stijgen de huizenprijzen, ook hebben jonge tweeverdieners het steeds moeilijker om een betaalbaar huis te vinden.
Daarom vraagt Embuild Vlaanderen aandacht voor de nieuwe provinciale ruimtelijke plannen en de bijkomende horde die zij met zich meebrengen: terwijl verdichtingsprojecten stagneren, veroorzaken die plannen nog meer schaarste en bijgevolg nog hogere woningprijzen. De bouwfederatie roept op om een multidisciplinair observatorium op te richten voor betaalbaar wonen. Nieuwe overheidsplannen en -maatregelen dienen tegen het licht van betaalbaarheid voor huishoudens te worden gehouden.
Verschil tussen regio's loopt hoog op
Intussen loopt het verschil in huizenprijzen tussen Vlaanderen en Wallonië steeds hoger op. Voor een huis in Vlaanderen betaal je vandaag ongeveer 330.000 euro volgens Statbel. In Wallonië bedraagt de mediaanprijs voor een huis 200.000 euro. Tussen beide regio's gaat het intussen om een prijsverschil van 65%, terwijl dat verschil in 2010 nog 43% was. Toen betaalde je in Vlaanderen 195.000 euro en 136.000 euro in Wallonië. Het verschil tussen beide regio's wordt bijgevolg steeds groter en die trend zet zich door. Volgens de meest recente cijfers van de Federatie van Notarissen heeft er zich in de eerste zes maanden van dit jaar een daling voorgedaan van de huizenprijzen in Wallonië van 1,4%. Maar in Vlaanderen tekenen we een stijging op van 1,7%. In dit verband heeft de Nationale bank al eerder beklemtoond dat vooral in Vlaanderen de grondprijzen zwaar doorwegen op de woningprijzen. Die impact blijkt veel sterker dan in Wallonië en in andere Europese landen.
Aanbod en betaalbaarheid zijn onlosmakelijk verbonden
Wat maakt dat de woningprijzen in Vlaanderen zo een hoge vlucht nemen? Dat komt door de inelasticiteit van de markt die steeds verder op de spits wordt gedreven. Dat betekent dat het woningaanbod de vraag niet kan volgen. Vlaanderen is een drukbevolkte regio, bouwgrond is schaars en er is sprake van een kwalitatieve woningnood. Zo vinden heel wat jonge gezinnen niet hun gading in onze steden waardoor zij elders op zoek gaan naar een geschikte woning. Maar de provinciale plannen maken nu ook dat een stuk moeilijker. In één pennentrek wordt in alle provincies het merendeel van de voorziene ruimte voor wonen onbeschikbaar gemaakt en ook de toekomst van heel wat bestaande woningen blijkt op termijn hoogst onzeker te worden. Bovendien lijkt er wel een opbod aan de gang tussen provincies en gemeenten over wie het meeste wonen kan beperken. Maar de huishoudens betalen intussen wel het gelag.
Tot dusver hebben de provinciale plannen vooral bij de lokale besturen en inwoners van Oost-Vlaanderen voor deining gezorgd. Met als gevolg dat daar de plannen werden ingetrokken. Maar de provincies Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant gaan onverstoord verder met hun beleidsplannen. Nochtans liggen dezelfde elementen op tafel. Volgens Embuild Vlaanderen zijn de nefaste gevolgen van de plannen in die provincies onvoldoende bekend bij de publieke opinie. Want evengoed wordt wonen in eigen streek er in de toekomst onmogelijk gemaakt en is het aantal centra en kernen dat nog kan groeien beperkt terwijl zelfs onduidelijk is of de betrokken lokale besturen überhaupt willen inzetten op doorgedreven verdichting. Denk maar aan de recente verwikkelingen in Vosselaar.
"In plaats van beleidsniveaus die elkaar doorkruisen en te voortvarende maatregelen die de huishoudens nodeloos op kosten jagen, pleit Embuild Vlaanderen voor meer bijkomende publieke investeringen in kwaliteitsvolle, groenblauwe verdichting om de betaalbaarheid van stedelijke buurten te vrijwaren. Daarbij wijzen we op het belang van meer stadsvernieuwingsfondsen en PPS-formules om een actieve bouwshift te lanceren als positief tegengewicht voor de huidige, verlammende aanpak. Enkel een geleidelijke aanpak op het ritme van meer verdichtingsprojecten kan prijsschokken vermijden", zegt Marc Dillen van Embuild Vlaanderen.
Nood aan monitoring van betaalbaarheid
Ten slotte, betaalbaar wonen is een multidisciplinair vraagstuk. Want schaarse ruimte, een verhitte huur- en vastgoedmarkt, gebruiksbeperkingen, complexe vergunningsprocedures, het toenemend aantal vereisten rond o.a. energie, waterhuishouding, luchtkwaliteit enz. wegen op de kostprijs. Daarom is een globale visie nodig wars van silodenken. Want vandaag worden op verschillende beleidsniveaus uiteenlopende beslissingen genomen die los van elkaar de betaalbaarheid beïnvloeden. Daarom vraagt Embuild Vlaanderen een observatorium dat de parameters voor betaalbaar wonen opvolgt. Dat kan fungeren als een toetssteen voor o.a. eenzijdige ruimtelijke plannen. Zo kunnen multidisciplinaire aanbevelingen het beleid tijdig bijsturen. Cruciaal om in de toekomst betaalbaar en kwalitatief wonen in eigen streek voor elk huishouden mogelijk te maken.
>>>> Lees ook het opiniestuk in Knack
"De miljarden die we volgens de provinciale beleidsplannen moeten uitgeven om beperkingen op wonen op te leggen, kunnen beter rechtstreeks in de klimaatuitdaging worden geïnvesteerd", aldus Marc Dillen.