Verdichtingsoperatie rond stations

30-08-2017

Is verdichtingsoperatie rond stations toereikend ?

De Vlaamse regering beoogt minder files, een kleinere ecologische voetafdruk van Vlamingen en het vrijwaren van open ruimte. Nobele en broodnodige objectieven waarvan het belang door elkeen kan worden onderlijnd. Het af te leggen traject is evenwel een ander paar mouwen. De Vlaamse administratie houdt een één op één relatie voor met verkerning en verdichting als zaligmakende oplossingen voor heel complexe uitdagingen. Enige vorm van analyse of cijfermatige simulaties van de herculesopdracht die zij in petto hebben voor de Vlaming - meer bepaald de renovatie en/of vervanging van 2,65 miljoen wooneenheden tegen de achtergrond van een drastisch vernieuwde ruimtelijke ordening in 2050 - is voorlopig niet te bespeuren. Focus op gedragsverandering, slimme locaties voor tewerkstelling en inzetten op innovatieve trends worden voorlopig helemaal niet in beschouwing genomen.

Reconversie van industrieel pand tot flatgebouw bij station Herent
Reconversie van industrieel pand tot flatgebouw bij station Herent

Braakliggende terreinen zijn al langer een schaars goed in Vlaanderen en verdichting is dan ook al langer de te volgen trend met de bouwsector als voortrekker en -loper. Ook zonder optreden of tussenkomst van de overheid zal die ingeslagen weg verder worden gevolgd. Wat ontbreekt zijn stimulansen zoals soepelere bouwvoorschriften en specifieke analyses om tot kwaliteitsvolle stadsvernieuwing te komen. Naast het feit dat alle betrokkenen bij een stadsvernieuwingsproject uitkijken naar zulke stimulansen van de Vlaamse overheden om de huidige duurtijden van 12 tot 20 jaar aanzienlijk terug te dringen, wordt de Vlamingen intussen voorgehouden dat enkel woonprojecten in een straal van 1 kilometer van collectieve vervoerspunten opportuun zijn voor de toekomst van onze regio. Het gaat hierbij om algemene beleidsintenties wars van lokale bijzonderheden, haalbaarheidsanalyses en simulaties. Een dergelijke ingreep in de ruimtelijke planning zou nochtans aanzienlijke prijsstijgingen kunnen teweeg brengen voor flats rond de stations. Zullen enkel kapitaalkrachtige Vlamingen toegang hebben tot die nieuwe woonprojecten ?

Een resem voor de hand liggende vragen vergen verder studiewerk: hoeveel beschikbare ruimte is er in stationsbuurten en welk aandeel van de te verwachten demografische groei kan er terecht ? Is het draagvlak in die buurten aanwezig om op korte termijn over te gaan tot een aanzienlijke verdichtingsoperatie ? In welke mate zou een dergelijke ingreep de mobiliteitsproblemen verhelpen ? Wat met de regio's die vanwege historische redenen niet beschikken over collectieve vervoerspunten ? In hoeverre zullen de vastgoedprijzen rond de stations oplopen ? Enz.

Houdt die beoogde verdichtingsoperatie de oplossing in om de huidige complexe uitdagingen adequaat te beantwoorden of heeft dit zijn beperkingen ? De vraag stellen is die beantwoorden. Files en een kleinere ecologische voetafdruk hebben alles te maken met een collectieve gedragsverandering. Van de omwenteling in ruimtelijke ordening die de Vlamingen vandaag wordt voorgehouden, hoeven op zich geen mirakels verwacht te worden aangezien die zonder gedragsverandering enkel een verschuiving van de problematiek inhoudt.

VAC Gent bij station Gent-Sint-Pieters
VAC Gent bij station Gent-Sint-Pieters

Tewerkstelling nabij collectieve vervoerspunten

Net zo min de Vlaming onder een noemer te vatten is, zal ook een eendimensionale oplossing geen zoden aan de dijk brengen. De woonnoden variëren naargelang de levensfasen van elkeen en haar of zijn persoonlijke voorkeur. Inzetten op huisvesting rond 19de eeuwse collectieve vervoersinfrastructuur terwijl iemands werkplaats kan wisselen in de tijd en bijgevolg ook iemands transportnoden voortdurend kunnen veranderen, lijkt geen structurele oplossing. Systematisch ruimte voorzien voor tewerkstelling nabij collectieve vervoerspunten kan het gebruik van openbaar vervoer wel aanzwengelen. Ook andere trends zoals thuiswerk aanmoedigen en de vestiging van lokale hubs van bedrijven en organisaties, kan het woon-werkverkeer doen verminderen en bijgevolg een remedie betekenen tegen fileleed & een overmatige ecologische voetafdruk. Naast je transportkeuze en het energieverbruik van je woning is trouwens ook je voedingspatroon bepalend voor je ecologische voetafdruk.

Op het vlak van mobiliteit zal die wel varen bij de overheidsmaatregel om tegen 2035 enkel nog nieuwe wagens op elektriciteit of waterstof in verkeer te stellen. Elektrische fietsen zijn ook niet meer weg te denken en dankzij de investeringen in fietsostrades zullen die verder in aantal toenemen. Idealiter kunnen de gebruikers de batterij van hun elektrische wagen en/of fiets opladen met de energie gewonnen uit zonnepanelen. Voorwaarde is dan wel een toereikende dakoppervlakte. Goed om te weten is dat het areaal aan mogelijkheden om PV-panelen te plaatsen aanzienlijk hoger ligt in buitengebied dan in stedelijke centra. Uit recente cijfers blijkt dat het platteland vandaag al met kop en schouders boven de steden uitsteekt op het vlak van de opwekking van zonne-energie.

Doemscenario's voor open ruimte

Doemscenario's over het afnemen van de huidige open ruimte zijn juridisch onmogelijk. De vaak benutte prognose van meer dan 40 % ruimtebeslag tegen 2050 werd dan ook eerder dit jaar in het Vlaams Parlement naar de prullenmand verwezen. In de praktijk zien we ook al jarenlang een aanzienlijke afname van het ruimtebeslag per dag. Enkel het verder inzetten op die trend helpt al om de beoogde doelstellingen te behalen. De bouwsector zoekt immers zelf naar manieren om compacter te bouwen, onder impuls van hogere bouwgrondprijzen; veranderende woonwensen en technologische evoluties. Het begrip ruimtebeslag komt trouwens frequent voor in het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV), maar houdt een amalgaam in van uiteenlopende bestemmingen zoals woningen, tuinen, parken, bedrijven- en sportterreinen, recreatiedomeinen en zelfs weiden met paarden. Daarom stuurt VCB er al langer op aan om niet ruimtebeslag maar verharding als eenduidig referentiepunt te nemen.

Volgens het BRV kent onze regio vandaag een verharding van 14 %, waarvan de helft voor wonen wordt aangewend. De ruimte voorzien voor wonen is al jarenlang juridisch beperkt en vanwege recente overheidsbeperkingen kan vandaag hiervoor nog 11.000 ha bouwgrond ingezet worden. Dit is 0,5 % van Vlaanderen om, naast vervangnieuwbouw en renovatie, de 550.000 gezinnen te huisvesten die er tegen 2050 zullen zijn bijgekomen.