Krijgen we na coronacrisis minder silodenken?
Complexe samenleving vergt brede visie
De coronacrisis woedt in alle hevigheid. Toch kijken her en der experten al richting post-coronatijden. En naar de maatschappelijke shifts die verwacht kunnen worden. Komt er een vooral groene heropleving van de economie? De bouw zet er ten volle op in met hoge energetische standaarden, renovaties, hernieuwbare energietechnieken, hergebruik van ruimte enz. De uitvoering van de akkoorden van Parijs zal de sector immers een boost geven in ons land. Vooral op het vlak van tewerkstelling. Maar ook de bouwshift wordt druk bediscussieerd aangezien stedelingen in deze crisis op heel wat grenzen botsen. Voldoende ruimte blijkt een pijnpunt. Niet alleen pleit de VCB al langer voor klimaatrobuuste steden met voldoende groen, stadsparken, verkeersluwe pleinen enz. Ook vraagt zij om met een brede visie zulke maatschappelijke uitdagingen aan te gaan. Silodenken en het overbelichten van één parameter zoals locatie wars van noden en beperkingen, hebben de voorbije jaren mediatieke optredens opgeleverd. Maar stuiten telkens opnieuw op de grenzen van de reële maatschappelijke complexiteit. Drie recente voorbeelden onder de loep : bouwshift, S-peil en LEZ.
Evolueren we van silodenken naar een geïntegreerde aanpak?
Bouwshift
De afgelopen tien jaar werden de nadelen van verkavelingen uit de jaren 90 systematisch overbelicht. Terwijl gunstige trends zoals hogere dichtheden en hergebruik van ruimte, maar vooral ook de gigantische uitdagingen in onze steden met heel wat ruimtelijke verrommeling grotendeels onder de radar bleven. Tot op vandaag ligt er heel wat studiewerk op de plank om de noden en de investeringstrajecten in kaart te brengen die onze steden en kernen dienen voor te bereiden op kwaliteitsvolle verdichting op mensenmaat. Essentieel om de bouwshift slaagkansen te bieden. "Wonen in een stad moet eruit zien als wonen in een dorp", zei voormalig minister Marino Keulen tien jaar geleden. Een boutade die meer dan ooit als leidraad kan genomen worden. De coronacrisis maakt nog maar eens duidelijk dat gezondheid daarbij een cruciale bekommernis is. En ook thuiswerken als belangrijk onderdeel van de huidige economische realiteit, lijkt niet snel weg te denken.
Daarom kunnen studies niet langer beperkt blijven tot de nadelen van verspreide bebouwing. Zoals trouwens blijkt uit de huidige bijdrage van mensen buiten steden tot een beter leefmilieu: meer teleworking, veel minder woon-werkverkeer, meer fietsen enz. De noden van stedelijke centra en kernen dienen dan ook dringend op het voorplan te komen om de bouwshift daadwerkelijk kwaliteitsvol door te voeren. Sterker nog, tot op vandaag wordt het politieke en publieke debat overheerst door de kostprijs van het blokkeren van braakliggende percelen. Terwijl er amper notie bestaat over betaalbaar wonen in de toekomst en de torenhoge investeringen die centra en kernen vergen om meer mensen überhaupt aan te trekken.
Zo heeft de Brusselse bouwmeester onlangs de noden van stedelingen geduid tijdens een interview op radio 1. Beperkte woonruimte, kleine terrassen en gebrek aan naburig groen lijken pijnpunten. Daarenboven is betaalbaarheid al langer een belemmering voor gezinnen in centra. Want een groter appartement met voldoende buitenruimte of een groot terras is voor gezinnen in steden vaak onhaalbaar. Laat staan een stadswoning met kleine tuin of een penthouse. Die realiteit is het afgelopen decennia onderbelicht gebleven in het publieke debat.
Intussen zit er een heffing op vermoede meerwaarde aan te komen voor verdichtingsprojecten. Die maatregel lijkt geen beterschap in te luiden en zal eerder een rem zetten op de betaalbaarheid van kwaliteitsvolle verdichting.
S-peil
Het S-peil. In de komende jaren lijkt een volgende verstrenging van de energievereisten voor nieuwbouw niet uit te sluiten. Nochtans is het huidige peil al zeer strikt en uit analyses blijkt dat de CO2-uitstoot bij de productie en transport van de vereiste isolatie (zoals PIR/PUR), de energiewinsten tijdens de lifecycle van een gebouw dreigt te gaan overstijgen. Zeker naarmate gebouwen voor verwarming en koeling overschakelen naar hernieuwbare energiebronnen.
Dit neveneffect van silodenken rond energie-efficiëntie - zonder de gevolgen voor CO2-uistoot en betaalbaarheid in rekening te nemen - stemt tot nadenken bij een verdere verstrenging van het S-peil voor nieuwbouw. Zeker als je weet dat de grote energiewinsten te halen zijn bij bestaande gebouwen. Miljoenen gebouwen wachten op energetische ingrepen. En enkel het huidige renovatieritme verdrievoudigen kan de klimaatdoelstellingen waarmaken. Maatregelen zoals een vereiste, grondige renovatie binnen de vijf jaar na aankoop van een oudere woning, wordt door de overheid wel aangemoedigd maar voorlopig evenwel niet verplicht. En hoewel de Vlaamse regering tijdelijk een premie van 7500 euro heeft voorzien bij sloop en heropbouw, laat een algemeen, verlaagd btw-tarief van 6 % over heel België voor sloop en heropbouw op zich wachten. Nochtans zijn dit maatregelen die het verschil maken voor de klimaatdoelstellingen.
LEZ
Lage emissiezones werden in een aantal stedelijke centra abrupt ingevoerd. Dit heeft geleid tot een wildgroei aan uiteenlopende, lokale reglementeringen. Niet alleen veroorzaakt dit heel wat onduidelijkheid en administratieve rompslomp, ook beschikken heel wat aannemers nog niet over het aangepaste rollende materieel. En economisch valt het voor hen vaak niet te verantwoorden om hun wagenpark nu al volledig te vernieuwen. Daardoor hebben al heel wat aannemers aangegeven vaak LEZ's te vermijden. Maar ook gaat de plotse en lokale invoering van LEZ's voorbij aan een belangrijke trend in de bouwsector : industrialisatie en prefabricatie om ter plaatse hinder te vermijden, en om tijdswinst en verlaagde kosten voor de klant op te leveren. Enerzijds sparen grote prefab-elementen heel wat transport uit, maar anderzijds vergt dit zwaarder rollend materieel. En dat gaat vooralsnog gepaard met heel wat CO2-uitstoot. Teruggrijpen naar de oude manier van werken, leidt bovendien opnieuw tot een verveelvoudiging van leveringen en personeel op de bouwplaats. Hetgeen men net wou vermijden dankzij industrialisatie en prefab. Want de oude manier van werken vergt meer transport en gaat bijgevolg gepaard met meer uitstoot. Overheden doen er daarom goed aan bij het invoeren van een LEZ niet over een nacht ijs te gaan om o.a. de nodige bouwactiviteit voor een geslaagde bouwshift niet in het gedrang te brengen. Lees meer over het publieke debat ter zake in Nederland.
Dit drieluik beklemtoont het belang van een geïntegreerde aanpak over de afzonderlijke beleidsportefeuilles heen. Opdat belemmerende neveneffecten die we vandaag al te vaak zien, kunnen vermeden worden. Vandaag en in post-coronatijden doen we er goed aan in het maatschappelijk belang een brede visie te hanteren met oog voor gezondheid, milieu, klimaat, verkeers- en brandveiligheid, betaalbaarheid enz. Aangezien beleid pas mogelijk is dankzij draagvlak onder je bevolking, kan je dat laatste trouwens niet wegcijferen,
besluit Marc Dillen van VCB.