Krijgt Vlaanderen duurste snipperbossen ter wereld ?

23-09-2019

Negatief reguleren belet positief investeren in volgende legislatuur

Vorige week heeft De Tijd bericht over het kostenplaatje van een betonstop. 2 tot 9 miljard euro om percelen te bevriezen en bijgevolg de eigenaars te vergoeden. Bouwgrond kost per m² immers al gauw 200 euro. Die ruimtelijke operatie kan je onder meer kaderen in de doelstelling om meer bossen in Vlaanderen op te richten. In zachte bestemmingen kan je dit evenwel realiseren voor 2 tot 4 euro per m². Als goede huisvader is de afweging dan ook snel gemaakt. De Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) roept daarom op de steven te wenden en in plaats van te focussen op een peperdure betonstop, te gaan investeren in een bouwshift en in een kwaliteitsvolle woonomgeving in kernen en centra. En dus niet met een regulerend beleid en met beperkingen maar met een positief investeringsbeleid gezinnen aan te trekken in kernen.

Tijdelijke zonevreemde bossen overlappen voor 2100 ha in Vlaanderen met harde bestemmingen. Dat zijn percelen voor wonen en werken. Dat tijdelijke karakter opheffen en eigenaars verhinderen hun percelen ooit te bebouwen, kost 4 miljard euro aan de Vlaamse schatkist. Dat is disproportioneel als je weet dat er 10.000 ha aan waardevol bos kan ingericht worden in zachte bestemmingen zoals landbouwgrond voor om en bij de 200 miljoen euro. Daartoe dient de overheid een partnership aan te gaan met privé-eigenaars die bereid worden gevonden en daartoe het beperkte waardeverlies van hun gronden vergoed zien. Volgens landelijk Vlaanderen wordt vandaag al 60 % van de natuur in Vlaanderen beheerd door de privé. Daardoor bespaart de overheid ook op onderhouds- en beheerkosten. De nieuwe Vlaamse regering doet er overigens goed aan zijn schaarse middelen aan te wenden voor duurzame en langdurige bosgebieden die grotere gehelen vormen.

Om meer bossen in Vlaanderen aan te planten, mogen we ons niet blind staren op dure zonevreemde tijdelijke snipperbossen op harde bestemmingen. Waken over het grotere plaatje is van belang om een doordacht bosbeleid wars van taboes te voeren. Oplopende vergoedingen voor eigenaars die hun bouwproject gefnuikt zien, wegen op de budgettaire mogelijkheden om elders in zachte bestemmingen een veelvoud aan waardevol bos aan te planten. In overleg en in partnership met private eigenaars moet het mogelijk zijn de doelstellingen voor meer waardevolle natuur te verwezenlijkingen. Dat debat moet gevoerd kunnen worden. Inclusief het belang van rechtszekerheid voor gezinnen en ondernemers.

besluit Marc Dillen, directeur-generaal van VCB

Onrealistische scenario's zijn valkuil voor begroting

Een draagvlak creëert men niet met alarmisme dat een onrealistisch toekomstscenario combineert met te weinig aandacht voor recente tendensen

zo vat Ben Derudder, prof. sociale geografie aan UGent, de VITO-studie samen 'monetarisering van urban sprawl in Vlaanderen'

Wie rekent op de zogenaamde besparingen uit dergelijke studies, komt bedrogen uit.

De afgelopen tien jaar zet een bouwshift zich steeds sterker door in Vlaanderen: kleinere woningen, vooral flats, twee derde van de nieuwe woonprojecten hergebruiken ruimte enz. Dat onder impuls van de markt en schaarse bouwgronden. De juridische voorraad aan ruimte voor wonen is in onze regio immers strikt gelimiteerd. De VITO-studie legt die trend evenwel naast zich neer en gaat uit van scenario's die ongebreidelde ruimte-inname voorspiegelen, waarbij bijvoorbeeld maar eventjes duizenden kilometers bijkomende wegen kunnen worden aangelegd. Het beleid en de regelgeving maken dit evenwel onmogelijk. Zo is de ruimtebalans al 25 jaar de garantie op bijna 1 miljoen ha open ruimte in Vlaanderen en de voorraad voor wonen is nagenoeg ongewijzigd. Voor industrie wordt intussen zelfs een stuk minder voorzien. Die realiteit maakt dat de miljarden euro's aan besparingen die de studie voorspiegelt geen waarheid kunnen worden. En we dienen beleidsmakers ervoor te behoeden zich onterecht rijk te rekenen.

Hoewel er in het zog van het beleidsplan ruimte Vlaanderen heel wat studies zijn verschenen over de historische kosten van verspreide bebouwing in Vlaanderen, zijn studies over de uitdaging van vandaag een stuk zeldzamer. Daarbij gaat het om de noden van kwaliteitsvolle verdichting en de investeringen die ermee gepaard zullen gaan. Essentieel om onder andere de stadsvlucht bij jonge gezinnen tegen te gaan. Dat betekent in centra en kernen sneller werk maken van een breed aanbod aan diverse en betaalbare woontypes, kwaliteitsvolle openbare ruimte met blauwgroene dooradering, natuurtechnische ingrepen om hitte-eilandeffecten te vermijden, analyses over de mobiliteitsgevolgen voor stedelijke centra, meer tewerkstelling bij treinstations, versterking en vervanging van riolering en waterbuffering in (vooral overstromingsgevoelige) kernen enz. Maar ook aanpassingen in stedenbouwkundige regelgeving, aan de Vlaamse wooncode en lokale bouwvoorschriften. Dat alles is prioritair om ruimtelijke plannen slaagkansen te bieden.