Lange wachtlijsten voor sociale woningen vergen meer samenwerking met private sector

23-08-2022

Sociale huisvesting alleen kan toenemende vraag niet bijbenen 

Uit een vraag van parlementslid Maxim Veys aan minister van Wonen, Matthias Diependaele, blijkt dat de sociale huisvestingsmaatschappijen slechts een beperkt deel van hun middelen gebruiken voor de bouw en renovatie van sociale woningen. Maar zelfs met het inzetten van alle voorziene middelen zouden de huidige wachtlijsten pas binnen honderd jaar weggewerkt zijn. En bovendien worden die wachtlijsten steeds langer. Daarom is niet alleen meer complementariteit en samenwerking nodig met de private sector voor meer woningen voor kwetsbare huishoudens. Maar er is ook nood aan een brede beleidsvisie die het belang van voldoende aanbod en het belang van eigenaarschap van een eigen woning valoriseren. Want alleen de combinatie van voldoende woningeigenaars met een toereikend aanbod dankzij zowel de sociale huisvestingssector als de private sector, haalt druk van de ketel in het lagere segment van de huurmarkt. 

Wachtlijsten te lang voor sociale huursector

Tussen 2015 en 2021 is het aanbod bij de sociale huisvestingsmaatschappijen jaarlijks gemiddeld met 1.650 woningen gestegen. Daarbovenop stijgt het aanbod bij sociale verhuurkantoren gemiddeld met 770 per jaar. Dat is onvoldoende om een impact te hebben op de lange wachtlijst. De private sector moet daarom veel meer ingeschakeld worden om mee te helpen het woningaanbod in de lagere segmenten van de markt sneller te doen toenemen. Als we de huidige wachtlijst van 182.000 huishoudens in 12 jaar willen wegwerken, dient het aanbod aan betaalbare woningen jaarlijks met minstens 15.000 woningen toe te nemen.

Groter kwaliteitsvol woningaanbod is noodzakelijk

Een loutere transfer van woningen van de private naar de sociale huurmarkt is onvoldoende. Dat verlaagt het aanbod van woningen uit het lagere prijssegment van de private huurmarkt en doet daar de prijzen stijgen. Gezinnen die net niet in aanmerking komen voor een sociale woning worden zo verdrongen en vinden geen geschikte woning meer.

De Vlaamse Regering neemt het best maatregelen die het kwalitatief aanbod in de verschillende deelsegmenten verhogen en tegelijk de energie-efficiëntie verbeteren. Een eerste goede stap is het systeem van geconventioneerd huren. Hierbij krijgen private initiatiefnemers een subsidie of lening om kwaliteitsvolle en betaalbare huurwoningen te realiseren. In ruil voor een voordelige financiering van het woonproject, zet de private partner de huurprijs lager dan de marktprijs om de toegang voor kwetsbare huishoudens te verbeteren. Die impuls moedigt initiatiefnemers aan om op vrijwillige basis gemengde projecten te ontwikkelen waarin betaalbare huurwoningen en traditionele huurwoningen gecombineerd worden. Dat systeem dient evenwel opgezet te worden op vrijwillige basis aangezien niet alle projecten geschikt zijn of er zich toe lenen. Minister Diependaele heeft dit systeem eind juni in het parlement toegelicht. 

De VCB is tevreden met het voorstel van minister Diependaele en met dit systeem dient het bereiken van kwetsbare huishoudens voorop te staan. Maar voor de meest kwetsbaren zal ook geconventioneerd huren niet volstaan. Voor hen dient daarbovenop een gerichte huursubsidie te worden voorzien. Nu is het van belang zo snel mogelijk van start te gaan met dit systeem om deze legislatuur nog resultaten te behalen. Aangezien het gaat om een werk van lange adem, kan de volgende Vlaamse regering het systeem evalueren en eventueel bijsturen, zegt Marc Dillen, directeur-generaal van de VCB. 

Meer dan 70% van huishoudens heeft eigen woning

De hoge eigenaarsgraad in ons land verlicht de druk op de huurmarkt. Ook in de toekomst is het cruciaal dit op peil te houden en hier op in te zetten om een verder opwaartse druk op de huurprijzen te vermijden. Vanwege de hoge inflatie stijgen momenteel al de huurprijzen in ons land, waardoor de woonlasten van huurders vaak hoger liggen dan van eigenaars. Een eigen energiezuinige woning is daarom de beste bescherming tegen stijgende inflatie en stijgende energieprijzen. 

Vlaanderen moet de ambitie hebben tegen 2034 ieder gezin toegang te geven tot een betaalbare, energie-efficiënte en kwaliteitsvolle woning. Gezamenlijk actie is vereist om de maandelijkse woon- en energielasten van alle Vlamingen haalbaar te houden en dit zowel voor eigenaars als voor huurders. De huidige legislatuur heeft de kans om de komende twee jaar al belangrijke stappen te zetten. Maar ook de volgende twee legislaturen zullen hier sterk op moeten inzetten. De doelstelling van betaalbaar wonen zal bovendien steeds meer sporen met de doelstellingen rond klimaat en ruimte. Een geïntegreerde aanpak is onvermijdelijk, aldus Marc Dillen van VCB.