Lintbebouwing kenmerkt Vlaanderen al veel langer dan gedacht
Aardrijkskundige en historische kennis bieden perspectief in maatschappelijk debat
Verspreide bebouwing te detecteren tot tweede helft van 18de eeuw
Verspreide bebouwing in Vlaanderen is niet louter een fenomeen van de 20ste eeuw. Maar was er al in de 19de eeuw, bovendien ook in de 18de eeuw. Nog vroeger teruggaan wordt moeilijk want er is eenvoudigweg minder gedegen documentatie terug te vinden. Het romantische idee van het Toscaanse Vlaanderen dat eens was, kunnen we dan ook rustig opbergen. Dat was studenten met aardrijkskundige en historische kennis al langer duidelijk. Dat neemt niet weg dat Vlaanderen dient in te zetten op innovatie en op kwaliteitsvolle verdichting. Weliswaar in een weloverwogen kader los van onbetrouwbare aannames, maar met zin voor perspectief en een haalbare timing.
Ook Pieter Brueghel De oudere haalde na zijn Italië-reis inspiratie uit Toscane en Italië voor Vlaamse landschapstaferelen. Een esthetisch modeverschijnel tijdens de Renaissance onder Vlaamse kunstenaars.
Ferraris kaart
Sinds de lancering van het beleidsplan ruimte Vlaanderen (BRV) schermen opiniemakers met een romantisch beeld van een Toscaans Vlaanderen van weleer als na te streven ideaalbeeld. Daar zouden enkel rijwoningen te vinden zijn in dorpskernen. Uit de Ferraris kaart die vorm kreeg tussen 1771 en 1778 komt een heel ander beeld naar voren. In gebieden die een dichtere bevolking hadden, blijkt dat lintbebouwing al langer aanwezig was. Bovendien vinden we die buiten dorpskernen. Meer nog, vrijstaande bebouwingen zijn er legio.
Voorbeelden uit het Waasland afkomstig uit de Ferraris Kaarten
De huidige ruimtelijke verrommeling heeft duidelijk wortels in het verleden en is geen nieuwe trend van na WOII. Dat toont aan dat de mentaliteitswijziing die nodig is om stadsvlucht om te keren en gezinnen aan te trekken in onze centra, heel wat voeten in de aarde zal hebben. En dan ook prioriteit nummer één dient te zijn van de Vlaamse regering en lokale overheden. Een haalbare timing met zin voor de maatschappelijke gevolgen, is hoognodig om het nodige draagvlak te vinden.
Om het beleidsplan ruimte Vlaanderen succesvol uit te voeren, vormt de leefbaarheid van onze centra een conditio sine qua non. Niet het minst dringt een drastische mentaliteitswijziging zich op onder de -35-jarigen, die vandaag nog altijd een voorkeur hebben voor wonen in een rustige, groene omgeving met de nodig dosis privacy en de aanwezigheid van een tuin. Gezinnen steeds meer weten aan te trekken en te behouden in onze centra, zal dan ook enorme investeringen vergen om de kwaliteit te bieden die tegemoet komt aan hun verwachtingen. Betaalbaarheid vormt uiteraard een belangrijke driver. Daarom dient de Vlaamse regering het geweer van schouder te veranderen. Waar zij momenteel veeleer focust op beperkende maatregelen rond wonen in buitengebied, doet zij er beter aan versneld in te zetten op de attractiviteit van onze centra.
Het belang van ruimtelijk en historisch bewustzijn
Factchecking en een kritische geest zijn in elk maatschappelijk debat van het grootste belang. Dat is niets nieuws, maar meer dan ooit lanceren opiniemakers her en der stellingen die al snel onbetrouwbaar blijken. Weliswaar hun impact op de publieke opinie niet missen.
Daarom breekt de Vlaamse Confederatie Bouw een lans om de hangende
afschaffing van het vak aardrijkskunde te herbekijken. Het maatschappelijke
debat rond de betonstop en de foutieve aannames die geregeld in de media worden
gelanceerd, maken die noodzaak duidelijk. Het leren nadenken over ruimtelijke
ordening, zijn oorsprong en de aspecten die erop wegen, maken deel uit van
ieders algemene vorming. Of het nu gaat om een afzonderlijk lessenpakket of in een vakoverschrijdende aanpak, voldoende aandacht voor aardrijkskunde blijft daarom relevant en nodig.