Lokale bouwstops en lange vergunningsprocedures vertragen bouwshift

14-10-2020

Verkerning vergt groter woonaanbod

Het aantal gemeenten dat aanstuurt op een bouwstop neemt stilaan toe. Wat deze zomer begon in o.a. Dilbeek en Sint-Pietersleeuw kreeg intussen navolging in Lille, Maldegem, Dendermonde enz. Steeds vaker zien lokale besturen door de bomen het bos niet meer. Met name wanneer het gaat om verdere verdichting en het stimuleren van ruimtelijk rendement. Steeds vaker dreigen lokale overheden vastgoedprojecten voor jaren te bevriezen. Vooral wanneer die projecten gelegen zijn binnen afgebakende kernen of stedelijke gebieden waar bijkomend (woon)aanbod nodig is. Daardoor brengen die lokale demarches de verdere bouwshift net in een lastig parket. Bovendien verduidelijkt een recente leidraad van de Vlaamse overheid dat zulke lokale beslissingen geen wettelijke basis hebben en leiden tot nutteloze juridische procedures.

Bouwstop leidt allesbehalve tot bouwshift

"Ruimtelijke ontwikkeling richt zich op een gebieds-specifiek ruimtelijk rendement in zowel het bestaande ruimtebeslag als in de nog te bebouwen delen van het goedgelegen huidige of toekomstige juridisch aanbod." (strategische visie BRV pg. 33). Het beleidsplan ruimte Vlaanderen laat geen twijfel bestaan over de toegevoegde waarde van grotere woonprojecten die heel wat projectontwikkelaars uitrollen in kernen en stedelijke omgevingen. Aangezien bouwgrond in Vlaanderen uitermate schaars is en de bevolking nog steeds aanzienlijk aangroeit - 7,5 miljoen mensen tegen 2060 - is ruimtelijk rendement en grotere woonprojecten een absolute noodzaak. Bouwsector en architecten scharen zich daarom al langer achter de beginselen van een kwaliteitsvolle bouwshift. Daarbij vormen overleg met lokale overheden en hun betrokkenheid bij omgevingswerken belangrijke aandachtspunten om een aantrekkelijke en betaalbare woonomgeving te waarborgen en te koppelen aan verdere verdichting.

Leidraad rond beleidsmatig gewenste ontwikkeling

Het departement Omgeving van de Vlaamse overheid heeft op zijn beurt een leidraad gepubliceerd over instrumenten die worden aangewend in een dergelijke bouwstop zoals "beleidsmatig gewenste ontwikkelingen" (BGO). Deze leidraad kan hier geraadpleegd worden. Daaruit blijkt dat een BGO niet kan ingezet worden om vastgelegde bestemmingsvoorschriften jaren buiten spel te zetten en systematisch vergunningen te weigeren die eenvoudig uitvoering geven aan die voorschriften.

Relance gebaat bij efficiëntere procedures

Onlangs werd bekend gemaakt dat in Vlaanderen grotere projecten doorgans bijna twee jaar wachten op de toekenning van een bouwvergunning. Er zijn zelfs gevallen bekend waarbij tien jaar wordt gewacht. Daarenboven heeft 4 op de 10 projecten te kampen met beroepsprocedures die op hun beurt een bijkomende vertraging teweeg brengen van meer dan anderhalf jaar. Daarnaast heeft ook de coronacrisis voor extra maanden vertraging gezorgd. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat zulke lange wachttijden een groot knelpunt vormen voor zowel bouwheren als de sector. Bouwprojecten die sneller van start gaan, zorgen bovendien voor meer jobs in de bouw.

Op vraag van de sector heeft de Vlaamse regering daarom onlangs te kennen gegeven om meer mankracht te voorzien bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Een kortere doorlooptijd bij beroepsprocedures verhoogt immers de rechtszekerheid en de investeringsbereidheid in de bouwsector. Ook burgers die beroep indienen bij de Raad krijgen hierdoor sneller duidelijkheid. Efficiëntere procedures helpen het investeringsklimaat verbeteren en kunnen bijgevolg een doortastend relancebeleid ondersteunen.

De vastgoed-en bouwsector vormen de motor van onze economie. Op een ogenblik dat alle regio's en alle landen er alles aan doen om te herstellen van de COVID-19 crisis, is het een compleet verkeerd signaal om een lokale bouwstop in te voeren. Bovendien dient vooral nu werk te worden gemaakt van snellere vergunningsperiodes om de activiteitsgraad in onze regio op te krikken. En bouw- en infrastructuurwerken vormen daartoe de hefboom bij uitstek. We zien immers een aanzienlijk multiplicatoreffect doorheen de hele economie wanneer er doortastend wordt geïnvesteerd in de bouw,

besluit Marc Dillen, directeur-generaal van de VCB.