“Maximaal 7 % verhard door wonen”

12-07-2017

Dit najaar staat er in het Vlaams Parlement een hoorzitting gepland rond de krijtlijnen van het ruimtegebruik in Vlaanderen. Sinds de lancering van het beleidsplan ruimte Vlaanderen eind 2016 is er al heel wat deining geweest. Kerncijfers zoals de prognose van ruimtegebruik tegen 2050 werden teruggetrokken, afgeleide beleidsdaden zoals de boskaart werden van tafel geveegd. Om het BRV te valoriseren is het dan ook van het grootste belang dat er bij die hoorzitting unanimiteit heerst over het kader dat wordt voorgelegd. De Vlaamse Confederatie Bouw wil daarom snel duidelijkheid scheppen over de impact van wonen op het ruimtegebruik in Vlaanderen. Immers, al geruime tijd krijgen Vlamingen het beeld voorgeschoteld als ware Vlaanderen een volgebouwde regio die op complete verharding afstevent.

Stevenen we af op complete verharding ?

Het begrip 'ruimtebeslag' duikt nu al enige tijd op in allerhande media. Volgens het BRV zou de teller op bijna 33 % staan. Hoewel in debatten de focus snel op wonen komt te liggen, behelst dit percentage grotendeels tuinen, parken, sportterreinen, recreatiedomeinen en zelfs weiden met paarden. Aangezien dit begrip eerder een amalgaam is van de meest uiteenlopende bestemmingen en bijgevolg de afgelopen maanden nogal wat verwarring heeft veroorzaakt, doen we er goed aan dit najaar het debat eerder over verharding te hebben. Hierbij gaat het om een eenduidige insteek : alle gebouwen, wegen, infrastructuur, parkings, windmolenparken enz. tot serres toe.

Het beleidsplan ruimte Vlaanderen kent 14 % van de oppervlakte in Vlaanderen toe aan verharding. Volgens een recente VCB-analyse nemen woningen en flats minder dan de helft in van de verharde oppervlakte. Bovendien rest er nog slechts 10.000 ha braakliggend woongebied of 0,5 % van Vlaanderen om de 550.000 gezinnen te huisvesten die er tegen 2050 zullen zijn bijgekomen, aldus Marc Dillen, directeur-generaal van VCB.

Een gedeeld inzicht op basis van correcte cijfers is onontbeerlijk om duurzaam op zoek te gaan naar oplossingen voor een coherent beleid rond ruimtelijke ordening, mobiliteit, bedrijfsweefsel en woonnoden. Vandaag al heeft de Vlaamse regering een resem initiatieven op stapel liggen om de oppervlakte die juridisch voorzien is voor wonen en industrie te gaan beknibbelen. Denk maar aan de onlangs geschrapte boskaart, maar ook de signaalgebieden die een rol kunnen spelen in de strijd tegen wateroverlast en de woonuitbreidingsgebieden neemt de Vlaamse regering in het vizier. Ook de voorraad van industriegebieden, die een garantie biedt voor economische groei in onze regio, dreigt te verdwijnen.

Zulke belemmerende maatregelen nemen zonder tegelijkertijd in te zetten op stimulansen voor verdichtingsprojecten, creëert een onafwendbaar spanningsveld tussen de groeiende noden en een aanbod dat niet kan volgen. Met als gevolg dat betaalbaarheid en wooncomfort voor de gezinnen van morgen in het gedrang komen. Momenteel nemen stadsvernieuwingsprojecten immers nog steeds gemiddeld 12 jaar in beslag en een doorlooptijd van 20 jaar vormt al lang geen uitzondering meer. De VCB roept dan ook op om hierop prioritair in te zetten.