Meer aangepaste infrastructuur is game changer voor groen wagenpark

15-01-2020

Slimme gebouwen bieden tweede leven aan batterijen van elektrische auto's

Nederland is het gidsland in Europa in laadpalen voor elektrische voertuigen. Onze noorderburen tellen er momenteel meer dan 63.000, terwijl België als Europese middenmoter blijft steken op om en bij de 12.500. En Nederland richt zijn vizier op ruim meer dan een miljoen laadpunten tegen 2030. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat Nederland een tienvoud aan elektrische wagens telt in vergelijking met ons land. Ze hebben er momenteel een 180.000 in verkeer gesteld. Niet alleen heeft de Vlaamse bouw de knowhow voorhanden om samen met overheden de inhaalbeweging in te zetten, maar in de nabije toekomst zullen ook slimme gebouwen en lokale energienetten cruciaal zijn om het elektrische wagenpark te stimuleren. Met de bouw als partner kan onze regio volop inzetten op zo'n topinfrastructuur om een ware shift in groene mobiliteit te verwezenlijken.

'Vehicle to grid'

In Vlaanderen lopen vandaag verschillende proefprojecten waarbij de afstemming voorop staat tussen lokale energienetten en het elektrische wagenpark. Zo is er in Mechelen Noord een bedrijvenpark dat hernieuwbare energie produceert en onderling verdeelt met het elektrische wagenpark als cruciaal onderdeel. Niet alleen wisselen verschillende bedrijven hun opgewekte energie uit via slimme sturing, ook de parkeergelegenheden zijn voorzien van bidirectionele laadpalen.

"Elektrische wagens worden zo een essentiële speler in lokale opslag van hernieuwbare energie. Daarbij ontvangen zij niet alleen groene energie om piekmomenten in bijv. zonne-energie op te vangen, maar kunnen zij ook zelf als energiebron fungeren en bijgevolg energie leveren aan het bedrijventerrein. Dit staat beter bekend als 'vehicle to grid'. Dit geïntegreerde model beklemtoont de rol van de bouw in een transitie naar groene mobiliteit"

zegt Marc Dillen, directeur-generaal van VCB.

Hergebruik van batterijen in de bouw

De verwevenheid tussen het elektrische wagenpark en infrastructuur zoals bedrijven maar ook gezinswoningen, zal in de nabije toekomst steeds verder worden doorgetrokken. Zo verzekeren lokale energienetten met de productie van hernieuwbare energie het duurzame karakter van het elektrische wagenpark enerzijds. Anderzijds kunnen die autobatterijen een tweede leven krijgen in bijv. gezinswoningen om opslag te waarborgen bij piekmomenten van hernieuwbare energieproductie zoals bijv. zonne-energie.

Een voertuigbatterij verliest geleidelijk haar vermogen. Na enkele jaren is dit onvoldoende om nog te functioneren als autobatterij. Wanneer een vijfde van de batterijcapaciteit verloren is, is die niet meer geschikt voor gebruik op de weg. Maar die capaciteit is zeker nog voldoende om een gebouw van stroom te kunnen voorzien. De energievraag in het verkeer is immers veel groter dan in een huis. Een half uur rijden, is het equivalent van het gebruik in een gezinswoning gedurende een dag. De batterijen kunnen in hun tweede leven nog jaren meegaan.

Bufferen van hernieuwbare energieproductie

Vandaag leveren PV-panelen en windmolens heel wat energie naargelang de weersomstandigheden. Verdere sturing van die energieproductie ontbreekt momenteel, overbelasting op het energienet loert steeds om de hoek en bijgevolg slagen we er vooralsnog niet in de beschikbare capaciteit van de geleverde hernieuwbare energie optimaal in te zetten. Om stappen te zetten in een evenwichtige bevoorrading van hernieuwbare energie, kunnen de 'net-actieve gebouwen' zelf - dat zijn de gebouwen die hernieuwbare energie produceren maar ook consumeren - een cruciale rol spelen. Dat betekent dat het gebruik van elektriciteit van die gebouwen piekt bij hoge productie en indien nodig de mogelijkheid heeft om te bufferen om op een later tijdstip het lokale of algemene energienet te bevoorraden. In zo'n automatisch sturingsmechanisme schuilt het succes van een complete transitie naar hernieuwbare energie aangezien grote schommelingen kunnen worden vermeden.

We hebben reeds de stap gezet van consumenten naar prosumenten waarbij energie lokaal en hernieuwbaar wordt opgewekt. De volgende stap is dat deze prosument ook actief deelneemt in het elektrisch net. De batterijen in elektrische voertuigen zullen hiervoor in de toekomst mooie kansen bieden om zo op gebouw of wijkniveau gedurende 80% van de tijd deze lokale energie te kunnen benutten.

zegt Frederik Loeckx van de Vlaamse energiecluster FLUX50

Mobipunten met laadpalen uitrollen

De Vlaamse regering heeft deze legislatuur de uitrol van vervoersregio's in petto over heel Vlaanderen. Focus ligt op een gecombineerd traject van verschillende vervoersmiddelen en vooral goede overstapmogelijkheden. Essentieel voor burgers en bedrijven is het vlot kunnen schakelen tussen verschillende vervoersmiddelen. Van spoor- auto- en fiets- tot waterwegen. Over heel Vlaanderen zullen er mobipunten worden bepaald om die combimobiliteit te stroomlijnen. Het installeren van laadpalen is er een belangrijke doelstelling om een dekkend netwerk aan laadpalen voor elektrische voertuigen in Vlaanderen te helpen realiseren.

Zo is de provincie Antwerpen al gestart met de uitrol van 33 mobipunten van Essen tot Boom, van Beveren tot Malle.Sinds de lancering in 2018 werden er op een aantal plaatsen initiatieven genomen om vlot over te schakelen van een systeem van elektronisch vervoer - zowel fietsen, als bussen en auto's - op openbaar vervoer zoals trein en bus.

Bron cijfermateriaal laadpunten in Nederland en België : chargemap.nl