"Polemiek rond vrijstaand bouwen versus hoogbouw overstijgen"

18-12-2017

Meerdere bouwlagen tot wel acht toe. Niet alleen in steden, maar ook in dorpskernen. Daar willen opinie- en beleidsmakers naar toe met het beleidsplan ruimte Vlaanderen (BRV). Niet het minst in de dorpen zou een dergelijke ingreep het huidige karakter, maar ook de leefomstandigheden drastisch veranderen. We kunnen ernstig in vraag stellen of louter hoogbouw meer gezinnen in kernen zou aantrekken. Er lijkt meer heil te vinden in verdichting dankzij gesloten bouwblokken dan via hoogbouw. Inzetten op ingrepen die het huidige woonweefsel ondersteunen, zoals het opsplitsen van woningen, kan helpen demografische groei opvangen en kan energie-efficiënte renovaties de aanmoediging bieden die hoognodig is.

Verdichting via hoogbouw of toch een gesloten bouwblok
Verdichting via hoogbouw of toch een gesloten bouwblok

Wat willen de mensen zelf ?

Een antwoord op die vraag inbouwen in ruimtelijke planning is doorslaggevend voor een succesvolle ruimtelijke planning. De gecreëerde polarisatie tussen stad en buitengebied, tussen laagbouw en hoogbouw - vanuit een helikoptervisie en te weinig participatie - werkt eerder contraproductief. Er wordt daaromtrent al te vaak verwezen naar het huidige fileleed. Ruimtelijke plannen op heel lange termijn, (waarbij verspreide verkavelingen worden afgebroken en kernen verdicht worden), bieden niet de oplossingen die mensen op het vlak van mobiliteit vandaag verwachten. Een goed georganiseerd voortransport naar openbaar vervoer zou al meteen een veel grotere stap zijn in de goede richting. Daarbij dienen innovatieve technieken, zoals kleine elektrische voertuigen, de hoofdtoon te vormen.

Geen extra ruimtegebruik

Men kan de bevolkingsaangroei opvangen zonder extra ruimtegebruik. Alleen al het opsplitsen van de bestaande rijwoningen geeft ons voldoende extra wooncapaciteit tot 2050.

Technisch vernuft biedt ook de mogelijkheden om de voetafdruk van een viergevelwoning klein te houden. Gedegen isolatie, zonnepanelen, zonneboiler enz. en daarbovenop een ruime moestuin bieden de elementen - mits aangepast transport van de bewoners - voor een zeer bepekte voetafdruk. Zeker in vergelijking met een appartement.

Zo kan een plattelandsbewoner een kleinere voetafdruk hebben dan een flatbewoner indien het een lage-energie-woning betreft met zonnepanelen en zonneboiler, men zijn eigen afvalwater zuivert en men met een elektrische fiets naar het dichtstbijzijnde station rijdt. In de stad kan men niet in dezelfde mate zonnepanelen leggen, blijf men verstoken van een moestuin, maar heeft men wel een ondergrondse parking voor de wagen die men niet bezit. Zo'n verhuis naar de stad zou de ecologische voetafdruk van deze plattelandsbewoner geen goed doen.

Daarnaast kan het opdelen van een bestaande, ruime woning - ongeacht de ligging - in twee wooneenheden een uitweg bieden aan diegene in een levensfase waar minder nood aan ruimte zich opdringt. Die pragmatische oplossing vergt geen extra ruimtegebruik en valoriseert het bestaande gebouwenpatrimonium. Gezien een opsplitsing van vrijstaande woningen tot meer versnippering leidt, dient men dit te laten samengaan met een mobiliteitsplan dat meer autogebruik voorkomt.

Focus op kerntaak,

Uiteraard moeten we verdichten maar de woonkwaliteit en de bescherming van de burger moeten meer aandacht krijgen.

Wie kernen wil verdichten dient de levenskwaliteit en het comfort van de bewoners voorop te plaatsen, anders zal het niet lukken.

De overheid moet daarbij waken over haar kerntaak in de stedenbouwkundige planning: bewoners beschermen tegen schaduw- en windhinder, verkeersoverlast, het vrijwaren van privacy en het aanleggen van duurzame groenvoorzieningen maken hier deel van uit. Vandaag wordt die laatste opdracht al te vaak gelegd bij bouwheren. Sterker nog, groenaanleg lijkt als pasmunt te dienen om een bouwproject te kunnen uitvoeren. Terwijl de overheid ook zelf structureel dient in te zetten op een kwaliteitsvolle leefomgeving, met andere woorden: we mogen van de gemeenten verwachten dat ze zelf goed nadenken over hoe ze de bevolkingsgroei willen opvangen tegen 2050 en dat ze voor dergelijk verdichtingsplan een groot draagvlak creëren bij de eigen bewoners.

Hugo Vanderstadt

Architect-Stedenbouwkundig ontwerper

Londerzeel