Vlaanderen is niet langer regio van fermettes maar van flats

18-03-2019

Bouwsector voert bouwshift al jarenlang uit

Met of zonder een nieuw beleidsplan ruimte Vlaanderen (BRV), de bouw timmert aan compacte woningbouw. En dat al jarenlang onder impuls van de markt waar schaarste heerst van percelen voor wonen. Uit analyse van de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) blijkt dat binnen drie jaar flats het dominante woningtype zijn in onze regio. Extra ruimbeslag voor woningbouw gaat de laatste decennia in dalende lijn en die trend is onomkeerbaar. Daarom is de inzet van de ruimtelijke plannen volgens de VCB eerder het versneld ontwikkelen van voldoende, kwaliteitsvolle woonprojecten in leefbare kernen en centra. Die bekommernissen heeft de bouw gedeeld met de Vlaamse regering tijdens het jaarlijks Vlaams bouwoverlegcomité van 11 maart jl.

Oud en nieuw op de voormalige normaalschoolsite te Lier die plaats maakt voor duplex- als startersappartementen (ill. Vanhaerents Development)
Oud en nieuw op de voormalige normaalschoolsite te Lier die plaats maakt voor duplex- als startersappartementen (ill. Vanhaerents Development)

Aantal flats stijgt exponentieel

Onlangs heeft de VCB de recente evoluties in woningbouw toegelicht. De sterke opgang van appartementsbouw valt niet te ontkennen. Vergunningen voor woonprojecten blijken bovendien steeds minder zaak van particulieren maar eerder van professionals uit de bouw. Grotere, complexere en compacte woonprojecten vergen immers heel wat expertise. De laatste jaren hebben vergunde flats een aandeel van 60 % en dat blijft stijgen. Tegen 2022 zullen appartementen het dominante woningtype zijn in Vlaanderen. Dit terwijl in Nederland het aandeel van flats sinds 2015 net terugloopt.

Doemscenario's doorgeprikt

Hoewel al decennia het bijkomend ruimtebeslag de facto daalt, blijft in alle media opduiken dat 6 tot zelfs 7,3 ha/dag bijkomend ruimtebeslag zal aanhouden indien het BRV niet wordt uitgevoerd. Maar VCB-analyse geeft aan dat bijkomend ruimtebeslag momenteel 5,6 ha/dag bedraagt waarvan 3,6 ha/dag voor wonen.

Voort heeft de VCB heeft die uiteenlopende cijfers uit de media tegen het licht gehouden en daaruit blijkt niet alleen dat appelen met peren worden vergeleken, maar ook dat bijkomend ruimtebeslag zich steeds meer manifesteert in andere bestemmingen dan wonen zoals terreinen voor vervoer en communicatie; voor overheidsadministratie, scholen, ziekenhuizen, elektriciteitsproductie en -transport, afvalverwerking, drinkwateropvang, recreatie, serres enz.

Daarnaast stelt het BRV dat volgens de huidige ruimtelijke plannen nog 42.000 ha rest voor wonen. Maar het BRV wil de eigenlijke ruimte-inname ervan beperken tot 14.300 ha. Indien bijkomend ruimtebeslag van 3,6 ha/dag - zoals vandaag het geval is voor wonen - zou gelden gedurende dertig jaar, komen we uit op om en bij de 39.300 ha. Maar slechts een deel van die 42.000 ha zal nog voor wonen in aanmerking komen, aangezien het in grote mate gaat om slecht gelegen woonuitbreidingsgebieden, signaalgebieden die van groot belang zijn in de strijd tegen wateroverlast, weinig toegankelijke, achterliggende percelen die momenteel vaak als tuin worden benut enz. Dat lijkt die juridische voorraad voor wonen onder de 27.000 ha te brengen. Dat betekent in de praktijk dat de komende jaren wonen sowieso beduidend minder bijkomende ruimte zal innemen, dan voorzien in de huidige ruimtelijke plannen.

De Europese Commissie beveelt 0ha/dag bijkomend ruimtebeslag aan tegen 2050. De Vlaamse regering heeft 2040 naar voren geschoven maar dit zal gepaard gaan met een enorme maatschappelijke kostprijs, omdat in Vlaanderen de rechtszekerheid van eigenaars terecht gegarandeerd wordt. Hieronder vindt u de prognose terug volgens de Europese aanbeveling enerzijds en volgens BRV anderzijds.

Onderstaande grafiek geeft de neergaande trend weer in ruimtebeslag sinds begin jaren 80 van vorig eeuw, een onomkeerbare evolutie onder impuls van de markt :

Bron : Vlaamse overheid, departement omgeving

Het doemscenario van een volgebouwd Vlaanderen is trouwens gebaseerd op een scenario uit een proefschrift van Lien Poelmans. Zij werkte een reeks fictieve scenario's uit om het effect van mogelijke bebouwing op waterhuishouding te meten. "Het klopt dat mijn cijfers zuiver wetenschappelijk zijn, dus niet bedoeld om er beleid op te baseren. En ze zijn inderdaad ook achterhaald, want het ruimtelijk beslag neemt minder snel toe", heeft Lien Poelmans zelf aangegeven in Trends in 2017. "Ik heb begrepen dat ze ook niet meer worden gebruikt door Ruimte Vlaanderen", voegde zij er nog aan toe. In maart 2017 werd die prognose van Lien Poelmans inderdaad in het Vlaams Parlement naar de prullenmand verwezen als geen voer voor beleid. Het aantal percelen voor wonen is immers sinds jaar en dag strikt begrensd en kan nu eenmaal niet overschreden worden.

Zo werd bijna 25 jaar geleden de ruimtebalans opgesteld in het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (RSV). Hoewel de bevolking sindsdien aanzienlijk toegenomen is, is de voorziene oppervlakte voor wonen nagenoeg onveranderd gebleven. Het volbouwen van Vlaanderen met woningen is immers juridisch onmogelijk. En uiteraard niet wenselijk.

In onderstaande tabel vindt u dit terug. Daarbij ziet u ook dat zoals voorzien in het RSV de 981.000 ha die gevrijwaard wordt van ruimtebeslag, ruimschoots gerespecteerd wordt met 986.000 ha. Dat is het equivalent van bijna 70 % van Vlaanderen. Ruimtebeslag is bovendien een zeer rekbaar begrip: Het gaat om een amalgaam van niet alleen gebouwen, wegen enz. maar ook in grote mate om de inname door tuinen, parken, sportterreinen, recreatiedomeinen enz. tot zelfs weiden met paarden.

Sense of urgency voor kwaliteitsvolle verdichting

In de strategische beleidsvisie van het BRV is de timing van 0ha/dag bijkomend ruimtebeslag een halszaak en intussen uitgegroeid tot een symbool. De VCB wenst evenwel taboes te doorbreken met het oog op kwaliteitsvol en betaalbaar wonen voor gezinnen. Dat dient centraal te staan in een context van demografische groei en niet aflatende stadsvlucht van jonge gezinnen. Het kwaliteitsvol inrichten van onze kernen en centra zal handenvol geld kosten en tijdrovend zijn, maar studies en simulaties hieromtrent zijn zeldzaam. De historische kosten van de huidige, verspreide bebouwing worden intussen uitvoerig gedocumenteerd in rapporten en studies. Opmerkelijk is evenwel dat die studies aannemen dat het huidige tempo in ruimtebeslag zal aanhouden in de toekomst, terwijl er al geruime tijd een onomkeerbare dalende trend aan de gang is. Het gaat om een puur fictief scenario en dat lijkt een slechte raadgever voor beleidsopties.

Dit terwijl voldoende, diverse woongelegenheden en een leefbare woonomgeving in verdichte gebieden een uitdaging van formaat zijn voor de ruimtelijke plannen. Natuurtechnische en waterrobuuste ingrepen in onze steden om hitte-eilandeffecten tegen te gaan en wateroverlast verder te vermijden zijn daarbij prioriteiten. Met onder meer de focus op de versterking van het rioleringsstelsel in kernen. Maar ook tegemoet komen aan verzuchtingen zoals meer groen, privacy, veiligheid enz., vergt een duidelijke visie op stedelijke landschappen om meer gezinnen aan te trekken en te houden in onze centra. De VCB onderlijnt daarom dat de ruimtelijke plannen voldoende de lokale overheden dienen te ondersteunen om dit mogelijk te maken. Want zij staan voor een huzarenstukje.

Transformatie van de voormalige Bekaertsite in het centrum van Zwevegem tot een nieuwe buurt voor wonen, werken en winkelen (ill. Vanhaerents Development)
Transformatie van de voormalige Bekaertsite in het centrum van Zwevegem tot een nieuwe buurt voor wonen, werken en winkelen (ill. Vanhaerents Development)