Vlamingen lusten BRV-recepten niet

25-04-2019

Wonen en klimaat zijn inzet van komende verkiezingen, maar wie heeft oog voor verwachtingen van gezinnen ?

Gezinnen willen een betaalbare en leefbare woonomgeving. En dit het liefst in een halfopen of open bebouwing op het platteland of in de rand van een stad. Het delen van een woning of een stuk van een woning lijkt bij de overgrote deel van de Vlamingen moeilijk te liggen. De helft van de Vlamingen zou een tuin kunnen delen. Een garage delen stuit op nog minder tegenkanting. Dat blijkt uit de recente woonsurvey met cijfers van 2018 van de Vlaamse overheid. Verrassen doen die resultaten niet want ze liggen in de lijn van vorige enquêtes van overheden en ook van bouwbedrijven. Wel zijn de verwachtingen van de Vlamingen moeilijk te rijmen met de ruimtelijke plannen van de Vlaamse overheid. Met de nakende verkiezingen in het vooruitzicht doen politieke partijen er goed aan de haalbaarheid van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) af te toetsen. Gezinnen richting de stedelijke centra stuwen zonder voorafgaandelijk aanzienlijk te investeren in kwaliteitsvolle publieke ruimte en een breed aanbod aan woontypes, is immers geen duurzaam ruimtelijk of woonbeleid.

Plannen maken is vooruit kijken. In beleidsplannen een voortrekkersrol opnemen, is dan ook vaak nodig. Maar met de ruimtelijke plannen die voorliggen, lopen Vlaamse overheid en opiniemakers zover voorop dat het merendeel van de gezinnen dreigt af te haken. De premisse bij uitstek van het beleidsplan ruimte Vlaanderen is immers dichter op elkaar gaan wonen vooral in stedelijke centra, maar ook in kernen. De resultaten van de woonsurvey laten evenwel weinig aan de verbeelding over omtrent de wensen van de bevolking :

  • Meer dan 70 % wil in een halfopen of open bebouwing wonen. Slechts 16 % in een flat.
  • Meer dan 66 % wenst te wonen op het platteland of in de rand van een stad.
  • Wie toch kiest voor een woning in een kern, doet dit liever in een dorp (bijna 21 %); slechts 13 % kiest overtuigend voor de stad.
  • Privacy is van groot belang voor de Vlaming. Bereidheid om een woning te delen ligt moeilijk. Er is weinig bereidheid om meer te delen dan een tuin of parking.
  • Meer dan 80 % weigert een keuken of private leefruimte te delen met een ander gezin. Een extra keuken of leefruimte delen ligt voor 70 % moeilijk. Bijna 60 % wil ook geen wasruimte of berging delen. Een tuin delen kan op meer bijval rekenen. De helft lijkt positief. Slechts 30 % wenst geen parkeerruimte of fietsenstalling te delen.
  • Van de Tussen 2016 en 2018 heeft 70 % van de gezinnen een bestaande woning gekocht. 22,5 % nieuwbouw

Vooral dat laatste punt is een eyeopener. Welke perspectieven bieden de ruimtelijke plannen aan deze nieuwe eigenaars van bestaande woningen die vooral buiten centra en kernen te vinden zijn. Immers, als gevolg van de urgente klimaatuitdaging moedigt de Vlaamse overheid die eigenaars aan om aanzienlijke energetische investeringen te doen in de komende jaren. Het woningpatrimonium in Vlaanderen is immers verouderd en de potentiële ecologische winst bijgevolg groot. Daarom wenst de overheid het renovatieritme aanzienlijk op te krikken. Maar als de overheid blijft aanhouden dat 60 % van de woningen in Vlaanderen slecht gelegen is, zal dit een ernstige rem blijven zetten op het aantal renovaties. En die liggen al jaren structureel te laag. Om de energiedoelstellingen te halen tegen 2050 dient het renovatieritme zo snel mogelijk te verdrievoudigen. Dat is cruciaal in de klimaatuitdaging die volgens experts van de VN binnen de komende tien jaar doortastend dient aangepakt te worden om veel erger te voorkomen.

De Vlaamse Confederatie Bouw vraagt al langer om een aangepast beleidsplan ruimte Vlaanderen te lanceren dat de volwaardige beleidsplannen rond energie, klimaat, betaalbaar en kwaliteitsvol wonen en mobiliteit optimaal integreert. In plaats van blindelings beperkingen en verbodsbepalingen door te voeren. Daarom doet de Vlaamse regering er goed aan de bouw te ondersteunen in snellere kwaliteitsvolle verdichting en stadsvernieuwing met het oog op een breed aanbod aan diverse betaalbare woontypes, kwaliteitsvolle openbare ruimte met blauwgroene dooradering, gedegen mobiliteitsanalyses voor stedelijke centra, eerder inzetten op netwerken in plaats van knooppunten, meer tewerkstelling aan treinstations enz. In het andere geval lijkt het moeilijk stadsvlucht bij vooral jonge gezinnen af te stoppen. En het is in grote mate die groep die centra verlaat om zich te vestigen in een (half)open bebouwing in buitengebied of de rand van een stad.