Waterneutrale bouwshift biedt soelaas in droogteproblematiek

31-07-2020

Inzetten op slimme waterneutrale verharding

De Vlaamse regering heeft onlangs haar blue deal aangekondigd. Meer infiltratie, buffering en circulair watergebruik in de industrie, landbouw en woningen zijn het devies. Volgens de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) gaat het om cruciale maatregelen om onze regio voor te bereiden op de klimaatverandering. Tegelijkertijd opperen opiniemakers om de schaarse bouwpercelen in Vlaanderen te neutraliseren. En in één handomdraai vegen zij ook de billijke, marktconforme schadevergoeding voor eigenaars van tafel. Dit om zogenaamde speculanten niet te belonen. De realiteit ziet er evenwel enigszins anders uit. Vooral gezinnen met één bouwgrond als appeltje voor de dorst vormen het leeuwendeel van de eigenaars. En de overheden in ons land zijn de voornaamste grootgrondbezitters. Het is dan ook essentieel om veeleer uit te gaan van trends en facts & figures over verharding en bodembezetting om te komen tot een brede visie op de droogteproblematiek en de noodzakelijke waterneutrale bouwshift. Want zonder brede visie geen doortastende maatregelen.

Bron ruimterapport Vlaanderen 2018
Bron ruimterapport Vlaanderen 2018

Facts & figures

14 % van Vlaanderen is verhard. De verharding door gebouwen maakt daar deel van uit. Alle gebouwen in Vlaanderen verharden 4,8 % van de totale oppervlakte. Het oranje gedeelte in de grafiek duidt op zijn beurt de 3 % aan van Vlaanderen die wordt verhard door woningen en flats. En bovendien nemen nieuwe woningen jaar na jaar minder bijkomende oppervlakte in. Dat komt door hergebruik van ruimte, sloop en heropbouw met hogere dichtheden als gevolg, een toenemende vraag naar compacte woningen vanwege gezinsverdunning in onze samenleving enz. Met als resultaat dat de laatste tien jaar het bijkomend ruimtegebruik voor nieuwe woningen is afgenomen met meer dan 20 %. Daarnaast zijn bouwgronden voor wonen in Vlaanderen schaars geworden. Volgens het beleidsplan ruimte Vlaanderen (BRV) rest er nog om en bij de 40.000 ha. Naar schatting gaat het om 150.000 eigenaars waarvan 70 % gezinnen met één bouwgrond als appeltje voor de dorst of als reserve voor de kinderen. Het gaat bijgevolg niet om de speculanten die in de media worden geviseerd. Een billijke, marktconforme vergoeding met respect voor het eigendomsrecht lijkt dan ook noodzakelijk. Overheden zijn trouwens goed vertegenwoordigd onder de grootgrondbezitters in Vlaanderen. Zij vormen 65 % van de eigenaars met meer dan 10 percelen. Neutraliseer trouwens niet zomaar bouwgronden: uit VCB-analyse blijkt dat die reserve aan percelen essentieel is om de vastgoedprijzen in de hand te houden.

Ook biedt het BRV inzage in de Vlaamse oppervlakte (in totaal 1.360.000 ha) die niet behoort tot de 14 % verharding door woningen, wegen, ondernemingen en overheidsgebouwen. Het gaat in grote mate om landbouwgronden die 786.200 ha innemen. En natuur en bos, goed voor 172.500 ha.

Weides met hobbypaarden vallen onder ruimtebeslag. Net zoals verharde bebouwing in een stad
Weides met hobbypaarden vallen onder ruimtebeslag. Net zoals verharde bebouwing in een stad

Genuanceerde kijk op bestemmingswijzigingen. Eind juli werden er in het Vlaamse parlement cijfers bekend gemaakt over landbouwgronden die de laatste tien jaar een nieuwe bestemming kregen. De nieuwe bestemming was in de meeste gevallen industrie (740 ha). Verder ging er landbouwgrond naar recreatie (390 ha), wonen (250 ha), bos (55 ha), natuur (20 ha) en 'overige groen' (95 ha). Uit bijkomende recente cijfers van de Vlaamse overheid van de laatste vijf jaar blijkt dan weer dat 91 hectare aan groen, natuur of bos omgezet werd in industriegrond. Maar omgekeerd werd er 190 hectare aan industriegrond omgezet in groen, natuur of bos.

Daarnaast blijkt uit het recente rapport van de Vlaamse overheid 'Landgebruik en ruimtebeslag' dat tussen 2013 en 2016 2250 ha aan percelen die voorzien zijn voor wonen een groene invulling hebben gekregen of worden gebruikt voor landbouw. Meer bepaald 568 ha voor landbouw; 312ha voor recreatie; 811 ha voor onbebouwde terreinen; 329ha grasland enz.

Bovenstaand cijfermateriaal biedt een genuanceerder beeld over ruimtelijke veranderingen in Vlaanderen, dan hetgeen we doorgaans in de media voorgeschoteld krijgen. In onderstaande tabel uit het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen vind je terug dat wonen en industrie de laatste 25 jaar steeds de voorziene open ruimte - zo'n 70 % van Vlaanderen - heeft gevrijwaard. De open ruimte in Vlaanderen is goed juridisch beschermd en er is geen rush gaande op open ruimte. Bijkomend ruimtebeslag is in steeds mindere mate bestemd voor wonen en veeleer voor maatschappelijke noden zoals stadsbossen, windmolenparken, fietssnelwegen, waterwerken, communicatienetwerken enz.

Bufferbekken nabij het station en het centrum van Liedekerke
Bufferbekken nabij het station en het centrum van Liedekerke

Doortastende maatregelen met focus op slimme verharding

Met haar blue deal haakt de Vlaamse regering in op heel wat elementen die aan bod kwamen tijdens de recente hoorzitting in het Vlaams parlement omtrent de droogteproblematiek. Meer bepaald, investeringen in natte natuur, infiltratie- en bufferbekkens, hermeandering van waterlopen, stuwen op afwateringsgrachten, verminderen van lekverliezen in de waterbevoorrading enz. Met circulair watergebruik als regel nummer in één in industrie, landbouw en in woningen. Voorts zetten lokale besturen in op onder meer het vergroenen van de publieke ruimte en het ontharden van (speel)pleinen, parkings enz.

Tijdens de hoorzitting kwam ook Marc Dillen van de Vlaamse Confederatie Bouw aan bod. Hij heeft beklemtoond dat er werk op de plank ligt rond 'water-neutrale verharding'. Want de ruimte die we vandaag benutten is functioneel en essentieel voor wonen, werken en leven in Vlaanderen. Bijgevolg niet zomaar weg te denken. Een transformatie naar slimme verharding is daarom cruciaal in de bouwshift. Het gaat om bestaand ruimtegebruik dat dient versterkt te worden met natuurtechnische toepassingen om lokaal hergebruik en natuurlijke infiltratie mogelijk te maken enerzijds. Daarbij dient er steeds ingezet te worden op afwatering naar het laagste punt met de nodige infiltratie- en bufferbekkens. En anderzijds ook het dringend ingrijpen in het bestaande waterbeheer zoals de nood aan gescheiden rioleringsnetwerken. Net om het regenwater niet te laten verloren gaan maar het te bufferen en te laten infiltreren. Zeker in onze stedelijke centra vormt dit een knelpunt waarbij gemengde rioleringsstelsels nog schering en inslag zijn en bijgevolg het regenwater linea recta richting de zee afvloeit. Daarbij is het cruciaal dat verharding en infiltratiebekkens systematisch op elkaar worden afgestemd met de waterbuffering als laagste punt.

Niet alleen voor de verharde bebouwing en verdere verdichting dringt een inhaalbeweging zich op, ook bij ontharde gebieden zoals akkers (landbouw neemt bijna 60 % in van de Vlaamse oppervlakte) is massale afstroming van regenwater zonder infiltratie in de bodem een significant werkpunt. Voorts werd onlangs bekend gemaakt dat de landbouwsector steeds meer inzet op hemelwateropslag in waterreservoirs en waterbassins, waterbehandelings- en waterzuiveringstechnieken.

Kwalitatieve verdichting met hergebruik van ruimte inclusief waterneutrale technieken zullen cruciaal zijn voor de bouwshift. En daarbij gaat het o.a. om investeringen in openbaar domein, investeringen in groenblauwe dooradering, investeringen in collectieve hemelwaterputten, investeringen in gescheiden riolering, investeringen in klimaatrobuuste straten met bijv. rain gardens en het ontzegelen van voortuinen en parkings. Groen in de bouw is al lang geen niche meer en de VCB zet niet alleen in op groene daken en gevels, maar ook op waterdoorlatende materialen voor opritten, voetpaden, parkeerplaatsen, funderingen, infrastructuur enz.

besluit Marc Dillen van VCB.