Wie heeft een heilige schrik voor de verpaarding van Vlaanderen ?
Volgens BRV leggen vertuining en verpaarding druk op open ruimte
Sinds eind 2016 begeestert het begrip 'ruimtebeslag' het debat rond de toekomst van de te benutten oppervlakte in Vlaanderen. Volgens die maatstaf bedraagt de ingenomen ruimte in Vlaanderen momenteel 32,7 %. Maar wat begrijpt het beleidsplan ruimte Vlaanderen (BRV) onder dat percentage? Een nadere kijk leert dat minder dan de helft ervan verharde bestemmingen omvat, terwijl het merendeel gaat om tuinen, parken, sportterreinen, recreatiedomeinen en, enigszins opmerkelijk, weiden met paarden.
Meer nog, landbouwgebied dat beheerd wordt door een professionele landbouwer valt niet onder ruimtebeslag. Van zodra die akkers en weilanden evenwel door een particulier worden aangewend om paarden te houden, komt dit wel onder die noemer terecht. Een derde van de weilanden in Vlaanderen is vandaag ingenomen door paardenhouders en niet door professionele landbouwers. Om en bij de gaat het om 70.000 ha weiland ofwel bijna 16 % van hetgeen de Vlaamse overheid verstaat onder ruimtebeslag.
Dit voorbeeld geeft aan dat ruimtebeslag als begrip een amalgaam is van de meest diverse elementen die vaak geen druk leggen op de balans tussen menselijke activiteit en open ruimte. Indien landbouwgronden worden ingenomen door tuinen of paarden komt volgens het BRV de Vlaamse open ruimte onder druk te staan. Nochtans gaat het om invullingen die bijdragen tot de groen-blauwe dooradering van Vlaanderen en er geen afbreuk aan doen : water en groen verweven met bijv. wooneenheden. Het streefdoel van het BRV.
Aangezien de invulling van het begrip ruimtebeslag en de communicatie errond bij de publieke opinie de indruk wekt dat Vlaanderen volgebouwd is geraakt en een doemscenario richting 2050 heeft voorgespiegeld, lijkt het hoog tijd voor een ijkpunt dat aansluit bij de reƫle wisselwerking tussen mens en open ruimte. Een oefening die bovendien veel verder gaat dan de oppervlakte die wordt ingenomen door woningen en flats. Vandaag al te vaak de focus van het debat.
Het BRV reikt ook de oplossing aan : verharding
Gezien de verwarrende invulling van 'ruimtebeslag' is er nood aan een filter om te komen tot de ruimte die wordt ingenomen door menselijke activiteit. Het gaat hierbij om alle gebouwen, parkings, wegen, serres, windmolenparken enz. ongeacht de indeling op het gewestplan. Het BRV zelf wijst in dit verband op de verharding van Vlaanderen die 14 % inneemt van de Vlaamse oppervlakte. Woningen en flats nemen slechts de helft van die 14 % verharding voor hun rekening.
Geen gering verschil met de bijna 33 % ruimtebeslag waarvan hierboven sprake is.