Geraakt kloof tussen ruimtelijke plannen en uiteenlopende woonnoden stilaan gedicht?
Een bouwshift en duurzame leefomgeving voor alle huishoudens
Huishoudens en projectontwikkelaars zetten steeds meer in op renovatie, reconversie en zij realiseren het overgrote deel van hun nieuwe woonprojecten binnen het bestaande ruimtebeslag. Dat gaat inmiddels op voor zeven op de tien nieuwe woningen en flats. En vanwege schaarste in percelen zal die trend zich de komende jaren enkel doorzetten. Het versterken van dat bestaand en steeds intensiever ruimtegebruik vormt dan ook uitdaging nummer één voor de bouwshift. Zo creëren we niet alleen een Vlaanderen dat voorbereid is op de klimaatverandering en op uitdagingen rond mobiliteit, energie, water, bijkomende huishoudens, compact wonen enz. Maar krijgen de miljoenen huishoudens een perspectief waaraan ze ten volle kunnen en willen meewerken. Ongeacht hun woonplaats en woontype. Daarbij vertrekken experts steeds minder van een wit blad, maar schuiven zij eerder recepten naar voren om de bestaande bebouwing en woonomgeving te verduurzamen.
Relance en voortschrijdend inzicht
Het relanceplan kan helpen om een kwaliteitsvolle inrichting van het ruimtegebruik te versnellen, aangezien de Vlaamse regering sterk inzet op duurzame bouw- en infrastructuurwerken. Het vergroenen van onze centra, het verbeteren van het waterbeheer, het energiezuinig maken van onze woningen, betaalbaar wonen enz. zijn belangrijke speerpunten. Daarbij kan je niet buiten een brede visie omtrent de noden in de meest dichtbevolkte regio van Europa. Terwijl bij de lancering van het 'Beleidsplan Ruimte Vlaanderen' (BRV) in 2016 heel wat experts vooral hoogbouw naar voren schoven en er al veel langer onmogelijke prognoses over bijkomend ruimtebeslag werden geopperd, gaan er intussen steeds meer stemmen op om wonen mogelijk te blijven maken in wijken met lagere dichtheden. Zo breekt hoogleraar urbanisatie en architectuur Alexander D'Hooge een lans voor "wijken met een lagere dichtheid, maar die zich wel verhouden in een stedelijk verband". U kan zijn volledige discours hier bekijken. Die visie sluit bovendien aan bij de verzuchtingen van heel wat kandidaat-kopers in deze coronatijden. Intussen blijft het bijkomend ruimtebeslag voor wonen stelselmatig afnemen.
Inzetten op de bestaande woonomgevingen
Dat bestaande bebouwing ook in de toekomst een cruciale rol heeft te vervullen, blijkt uit de verkennende studie van de Vlaamse overheid over het verduurzamen van de huidige verspreide bebouwing.* Denk aan de grote nood aan energetische renovaties, een waterrobuuste omgeving, klimaatadapatieve tuinen enz. Daarnaast zet ook een recente Europese studie in op het versterken van bestaande woonlocaties op het vlak van sociaal-economische ontwikkeling, energie, mobiliteit, klimaat en de rol van innovatie. Een optimale levenskwaliteit voor elke woonplaats - stedelijke centra, de rand of buitengebied - wordt naar voren geschoven.
Met de hulp van de individuele huishoudens
70 % van de huishoudens in Vlaanderen zijn eigenaar van een eigen woning. Daarnaast zijn gezinnen en particulieren ook in overgrote mate de eigenaars van huurwoningen. Dat maakt dat 90 % van de huizen en flats in Vlaanderen in handen zijn van de huishoudens. Een theoretische helikoptervisie die te weinig ingaat op hun noden, heeft daarom amper slaagkansen. Een lokaal beleid op maat dat hen aanmoedigt en kansen biedt om de nabije leefomgeving aanzienlijk te verbeteren des te meer.
Nood aan overheidsinvesteringen in centra en kernen
De huidige coronaperiode heeft in onze centra heel wat alarmbellen doen afgaan. Meer ruimte voor voetgangers en fietsers, meer groen, water en biodiversiteit, grotere woonoppervlaktes enz. zijn maar enkele verzuchtingen die vaak te horen zijn. Intussen maken heel wat lokale besturen er werk van. Denk maar aan Mechelen en Kortrijk die onlangs de shift aankondigden naar een vijftien minuten stad die focust op fietsverkeer, het vervangen van stadskankers door groene corridors met grotere woonprojecten, het heraanleggen en vergroenen van winkelstraten enz. Ook op internationaal vlak vind je heel wat inzichten terug via www.healthycityglobal.com over het creëren van stedelijke landschappen die de levenskwaliteit van de inwoners voorop stellen.
Maar om op grote schaal verdere verdichting over heel Vlaanderen kwaliteitsvol mogelijk te maken en wonen betaalbaar te houden, is in onze contreien wel degelijk nog studiewerk vereist. Meer bepaald om de bijkomende maatschappelijke kosten voor lokale besturen, goed in kaart te brengen. Daarbij gaat het om ingrepen op het vlak van waterbeheer, rioleringen, mobiliteit, groenvoorzieningen en het onderhoud, collectieve groene energievoorzieningen, betaalbaar wonen enz. De Vlaamse Confederatie Bouw werkt graag mee aan een degelijk kader dat aansluit bij de reële noden en bij de economische realiteit om van al onze centra aantrekkelijke woonomgevingen te maken.
Om de bouwshift te versterken dienen we het silodenken achterwege te laten en alle maatschappelijke uitdagingen in rekening te brengen. De ruimtelijke planning kan bij uitstek een coördinerende en faciliterende rol spelen om de huishoudens, ondernemers en lokale besturen te ondersteunen in hun investeringen in een duurzame leefomgeving, de shift naar groene energie, de nodige renovatiegolf, compact maar comfortabel wonen, het verder bouwen aan de versterking van de eigen woon- en werkomgeving enz.,
besluit Marc Dillen van VCB.
*Verduurzamen van verspreide bebouwing, hoe doe je dat? - departement omgeving 2020 - https://omgeving.vlaanderen.be/beleidsfora