Taskforce Bouwshift onderbelicht gunstige trend voor wonen

13-12-2021

De laatste Statbel cijfers laten geen twijfel: de ruimte-inname in Vlaanderen neemt aanzienlijk af. Vooral voor wonen. Statbel heeft onlangs de data voor 2020 gepubliceerd en daaruit blijkt dat de BRV-doelstelling van 3 ha/dag bijkomend ruimtebeslag tegen 2025 nu al binnen handbereik ligt. Maar de Taskforce Bouwshift baseert zich op oudere gegevens van het Departement Omgeving. En die lopen niet alleen achter, maar die bemoeilijken ook het detecteren van een trend in bijkomend ruimtebeslag. Het Departement Omgeving pakt niet uit met jaarlijkse gegevens maar een zes jaarlijks gemiddelde tot 2019. En in het rapport van de Taskforce Bouwshift wordt dat gemiddelde zelfs doorgetrokken tot 2022, terwijl in de realiteit momenteel het bijkomend ruimtebeslag 30% lager ligt. Die aanpak leidt tot te alarmerende scenario's en dure maatregelen die de belastingbetaler onnodig op kosten jagen.  

3,57 ha/dag versus 5,1 ha/dag

Het Departement Omgeving pakt uit met een zes jaarlijks gemiddelde over ruimte-inname en de gunstige evolutie van de afgelopen jaren komt daarbij amper naar voren. De data van Statbel zijn jaarlijks te raadplegen en die wijzen op een aanzienlijke daling tot 3,57 ha/dag voor het totale bijkomende ruimtebeslag voor 2020. Voor wonen gaat het om 1,98 ha/dag.* In vergelijking met 2019 gaat het om een daling van respectievelijk 22 en 37%. De daling sinds 2018 is zelfs nog opmerkelijker. Het Departement Omgeving houdt evenwel vast aan een zes jaarlijks gemiddelde tot 2019: 5,1 ha/dag. Daardoor valt de recente gunstige trend niet te detecteren. Meer nog, de volgende update van dit gemiddelde is pas voor 2022. Tot dan houden de beleidsaanbevelingen vast aan verouderde en achterhaalde gegevens.

Maar de uitwerking van de bouwshift ligt nu op tafel. Op zo'n belangrijk moment niet beschikken over de laatste trends is nefast voor doordacht beleid. Ook al omdat het reële ruimtebeslagrisico voor wonen in het BRV aanzienlijk overschat wordt. Een recente studie van Hogent houdt het op minder dan 23.000 ha voor wonen met inbegrip van de woonuitbreidingsgebieden, terwijl het BRV uitgaat van 42.000 ha voor wonen. Op basis van dit reële ruimtebeslagrisico van wonen en de gunstige trends in hergebruik en verdichting (80% van nieuwe woningen binnen bestaand ruimtebeslag), beklemtoont VCB dat we nu al evolueren naar 0ha/dag bijkomend ruimtebeslag voor wonen tegen 2040. En dit zonder dure maatregelen die de belastingbetaler op kosten jagen. De doelstelling tegen 2025 van 3 ha/dag voor het totale bijkomend ruimtebeslag ligt alvast binnen handbereik.   

Waarom schieten Vlaamse data te kort? 

Wat is er aan de hand met de data op Vlaams niveau? Er is slechts één referentiepunt. En dat is een gemiddelde over zes jaar (2013-2019). Die aanpak laat onvoldoende toe om trends in bijkomend ruimtegebruik te onderscheiden. Dat is een knelpunt aangezien de Vlaamse overheid voor ingrijpende beslissingen staat, terwijl de laatste, gunstige Statbel-gegevens aangeven dat de sense of urgency voor een groot deel weggeëbd is. Ook VOKA en UNIZO plaatsen kanttekeningen bij het doembeeld dat de adviserende experts als uitgangspunt nemen.

De Vlaamse overheid maakt doorgaans gebruik van metingen van de onderzoeksinstelling VITO om de bijkomende ruimte-inname in kaart te brengen. Maar de VCB wijst al langer op onduidelijkheden:

  • De eerste VITO-meting - publicatie uit 2019 - gaf een gemiddeld bijkomend ruimtebeslag aan van 6,4 ha/dag in 2013-2016.
  • Bij de tweede meting - publicatie uit 2021 - werd de meetmethode aangepast waardoor het gemiddeld bijkomend ruimtebeslag daalde tot 5,1 ha/dag in 2013-2019.

Nu zijn er twee mogelijke conclusies: ofwel was de eerste meting betreffende 2013-2016 en gepubliceerd in 2019, een grote overschatting (+20%) van het bijkomend ruimtebeslag en was het bijkomend ruimtebeslag in 2013-2016 ook 5,1 ha/dag, ofwel is het ruimtebeslag in 2016-2019 sterk afgenomen ten opzichte van 2013-2016. Maar dat is koffiedik kijken, aangezien de voorbije jaren er eerder doemscenario's op de publieke opinie werden afgevuurd, dan dat deze reële evolutie transparant werd meegedeeld. Het VITO rapport gaat immers niet verder in op deze onregelmatigheid en geeft geen verdere informatie over de evolutie 2013-2016 vergeleken met 2016-2019. Uit het rapport 2013-2019, gepubliceerd in 2021, blijkt evenwel dat de cijfers bestaan die meer duidelijkheid kunnen bieden. Waarom die niet werden opgenomen in het rapport, is dan weer onduidelijk.

Conclusie: we beschikken slechts over 1 referentiepunt, met name 5,1 ha/dag bijkomend ruimtebeslag in de periode 2013-2019. 1 datapunt is onvoldoende om een evolutie in kaart te kunnen brengen. Dat betekent dat we pas in 2022 - na tien jaar dataverzameling door het VITO - op basis van deze gegevens zullen kunnen vaststellen of het bijkomend ruimtebeslag dalend dan wel stijgend is. De 'Strategische visie BRV' gaat trouwens uit van 6 ha/dag bijkomend ruimtebeslag met vermelding van het jaar 2016, weliswaar volgt er geen duidelijke bronvermelding.

ook vertuining valt onder ruimtebeslag
ook vertuining valt onder ruimtebeslag

Meer detaillering nodig

Onlangs heeft het Departement Omgeving bekend gemaakt dat zij de komende jaren verder inzetten op goede statistieken. Zij willen die verder verfijnen waardoor bredere inzichten mogelijk zijn. Vandaag zijn er inderdaad beperkingen verbonden aan begrippen zoals ruimtebeslag die uiteenlopende categorieën bevat. Gezien de zeer ruime definitie van ruimtebeslag waarin verharding, tuinen en parken allemaal op 1 hoop worden gegooid is het belangrijk dat de cijfers een gedifferentieerd beeld tonen van welk soort ruimtebeslag er net is toegenomen. Gaat het over bijkomende woning of industriebouw? Gaat het eerder om functiewijzigingen van bestaande bebouwing of van niet-bebouwd ruimtebeslag? Voorts moet de link gemaakt worden tussen ruimtebeslag en het belang van biodiversiteit, bodemkwaliteit, waterhuishouding en woonkwaliteit. Zo kan bijvoorbeeld voorvallen dat wanneer een akker wordt omgezet naar tuin er toch een positief effect zal zijn op biodiversiteit en bodemkwaliteit. Een beter inzicht kan ons helpen om alternatieven te vinden, naast zeer dure herbestemmingen, om de ruimtekwaliteit te verbeteren. 


* Bij de verwerking van de 1,98 ha/dag voor wonen houdt VCB rekening met 'huizen, buildings, flats en hoeves'. De categorie "bijgebouwen met inbegrip van serres" werd door VCB buiten beschouwing gelaten, want die slaat grotendeels op landbouwactiviteiten. Lees meer

Bron ruimtebeslagrisico : Rapport Ruimtebeslag & Risico op bijkomend ruimtebeslag, Hogent, April 2021 : pg. 14-16.