"Villa is niet altijd slechter voor milieu dan stadswoning"

26-01-2018

Eerder deze week heeft het Belang van Limburg bericht over het rapport van UGent dat de nodige nuance aanbrengt in het actuele debat rond woningtypologie.

Je kan niet zomaar op basis van het soort woning zeggen of die nu een grote of een kleine impact heeft op het milieu. Dat blijkt uit een studie van de Universiteit Gent op vraag van de Confederatie Bouw. De bouwsector is het beu om te horen dat zelfs een passief huis op het platteland slechter voor het milieu zou zijn dan een oude, beperkt geïsoleerde rijwoning in de stad. "De Universiteit Gent stelt voor om de milieukosten te berekenen per inwoner", zegt Marc Dillen van de Confederatie Bouw.

Volgens een grafiek die de bouwmeester vaak gebruikt, heeft een licht geïsoleerde 19de-eeuwse rijwoning in de stad minder impact op het milieu dan een vrijstaand passief huis op het platteland. Dat heeft niet alleen met de energiefactuur van het oude rijhuis te maken, maar ook met de manier waarop de bewoner zich verplaatst. In een stad zou je namelijk meer de bus, tram en fiets gebruiken, is de redenering.

Jelle Laverge van de vakgroep Ingenieurswetenschappen en Architectuur van de Universtieit Gent heeft die berekeningen nu verder geanalyseerd. Voor de milieukosten kan je niet alleen maar op types van woningen baseren, stelt hij vast.

De onderzoeker stelt voor om de milieukost per inwoner te gebruiken als maatstaf", zegt Dillen. "Net als de bezettingsgraad van een woning." In appartementen bezetten inwoners bijvoorbeeld meer vierkante meter dan in een huis, omdat huizen vaker gedeeld wordt door meerdere bewoners. "Daarnaast speelt het mobiliteitsgedrag ook een rol. Als iemand een elektrische fiets of - binnenkort - een elektrische auto gebruikt, dan verbetert dat zijn ecologische voetafdruk enorm. Maar in de modellen die nu circuleren gaat men uit van fossiele brandstoffen. Bovendien dateren de cijfers uit 2013, terwijl die cijfers voortdurend veranderen.

Beter spreken over verharding dan ruimtebeslag

Cijfers zeggen dat 33 procent van alle ruimte ingenomen zou zijn door gebouwen, maar wij betwijfelen of dat wel klopt", gaat Dillen verder. "Het plan beschouwt immers alles als 'bebouwd', ook een weide met een paard in. Als we die paarden eruit zouden laten, dan zakt het ruimtebeslag al met 5 à 6 procent. Halen we ook de tuinen er nog uit, dan zakt het percentage nog verder. Wij pleiten ervoor om de ruimte die verhard is als uitgangspunt te nemen, dat is duidelijker. Uiteindelijk is maar 7 procent van de ruimte echt bezet met woningen, maar door de lintbebouwing geloven de mensen dat niet. We hebben veel open ruimte, maar die zit tussen de huizen. Dat zie je als je in een helikopter boven Vlaanderen zou vliegen.