Wendbare plannen voor mensen

13-05-2020

Wachten op BRV-update

Een shift. In deze coronacrisis hebben het economische weefsel en het maatschappelijke leven in versneld tempo de omslag gemaakt. Ziekenhuizen, zorginstellingen, scholen, bedrijven uit de meest uiteenlopende sectoren, gezinnen die werk en (schoolgaande) kinderen combineren. In enkele weken tijd hebben zij zich georganiseerd om acute noden toereikend en op aangepaste wijze zo goed mogelijk te beantwoorden. Daarbij groeit het besef dat een resem veranderingen - zoals doorgedreven digitalisering, telewerk, e-commerce, verkeersluwere centra, striktere sociale omgangsvormen enz. - ook post-corona structureler ingang zullen vinden. Die wendbaarheid dienen ook de plannen van de overheid aan de dag te leggen. Enkel zo kan het beleidsplan ruimte Vlaanderen (BRV) aansluiting vinden bij recente trends om al dat leven, wonen en werken in te vullen. Meer open ruimte in steden, meer grondgebonden (rij)woningen en bijkomend ruimtebeslag voor maatschappelijke uitdagingen dringen zich alvast op.

Maatschappelijke en menselijke noden

Ruimtebeslag is al jarenlang het codewoord in de ruimtelijke plannen van de overheid. Daarbij is het mantra bij heel wat experts dat Vlaanderen er te veel van heeft. Maar het gaat om een breed begrip dat zowel gebouwen als wegen omvat, als parken, recreatiezones, sportvelden, tuinen enz. Dat blijkt ook uit het Vlaamse regeerakkoord waarin het belang van gedifferentieerd ruimtebeslag wordt onderlijnd. Want alleen al om heel wat maatschappelijke noden te beantwoorden zal er in de toekomst bijkomende ruimte worden ingenomen. Denk maar aan duizenden kilometers nieuwe fietspaden, een aanzienlijk aantal bijkomende gescheiden rioleringsstelsels en waterzuiveringsinstallaties, installaties voor telecommunicatie, hernieuwbare energietoepassingen zoals geothermische boringen en windmolenparken enz. Daarom vraagt de Vlaamse Confederatie Bouw al geruime tijd om een brede visie te hanteren en niet wars van maatschappelijke noden ruimtelijke beperkingen op te leggen.

nieuwe rijwoningen in de stad met terras en tuin
nieuwe rijwoningen in de stad met terras en tuin

Meer dan groene opsmuk

Plannen voor groenere centra en al dan niet tijdelijke maatregelen die meer ruimte creëren voor voetgangers en fietsers zijn van groot belang. Maar structureel onvoldoende. Deze coronacrisis doet veel gezinnen immers sneller dan voorzien de stap zetten van een flat naar een grondgebonden woning. Appartementen waren ook in niet-coronatijden al een opstapje naar een eigen huis met meer groen en privacy. De huidige crisis stelt die trend en die stadsvlucht onder vooral jonge gezinnen enkel scherper.

De vraag naar meer grondgebonden (rij)woningen met private tuin en terras dient daarom opgenomen te worden in het beleidsplan ruimte Vlaanderen. Uit het Nederlandse voorbeeld blijkt dat dit een hoger ruimtelijk rendement mogelijk maakt. En bijgevolg te rijmen valt met verdichting. Meer dan 60 % van de gezinnen woont er in een halfopen bebouwing. Terwijl de Strategische Visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) voornamelijk uitgaat van 'hoogbouw op goed gelegen locaties' (pg.33). Diezelfde strategische visie en ook de experts die de Vlaamse overheid ondersteunen, schuiven bovendien systematisch woonconcepten als standaard naar voren met heel wat gedeelde voorzieningen tot gemeenschappelijke leefruimtes (co-housing pg.51). Hoewel dergelijke woonvormen nog in belang kunnen winnen, gaat het vandaag slechts om een niche, aangezien de meeste gezinnen zelfs een tuin liever niet gemeenschappelijk zien. Voorts is het delen van (leef)ruimtes in coronatijden allesbehalve evident.

Daarnaast lijken de 'goed gelegen locaties' in het BRV samen te vallen met de knooppunten van treinverkeer. Die aanpak is op haar beurt intussen te eng gebleken aangezien de Vlaamse overheid lokale vervoersregio's uitrolt van uitgebreide, vertakte netwerken met optimale overstapmogelijkheden.

open ruimte in, en vergroening van centra is nodig
open ruimte in, en vergroening van centra is nodig

Open ruimtes in de steden

Voorts heeft de verdichting van de afgelopen tien jaar in stedelijke centra als Brussel aanleiding gegeven tot meer verharding en vergrijzing in plaats van vergroening. De roep onder experts om in de steden open ruimte te vrijwaren klinkt momenteel luid. Die bekommernis dient eveneens met stip opgenomen te worden in het BRV. Want heel wat lokale besturen zijn momenteel druk in de weer om de verdichtingsmogelijkheden in hun kernen te bepalen. De VCB breekt hierbij al langer een lans voor stedelijke landschappen met ruime aandacht voor veiligheid, leefbaarheid, biodiversiteit, rust, mobiliteit enz.

Ruimtelijk rendement verzoenen met menselijke draagkracht

In de huidige Strategische Visie BRV ligt de klemtoon op het verder opdrijven van het ruimtelijk rendementsniveau op de locaties met een toereikende knooppuntwaarde en voorzieningenniveau (pg.36). Maar net daar vragen de bewoners om meer ruimte en leefbaarheid en niet zozeer om meer ruimtelijk rendement met meer activiteiten op eenzelfde oppervlakte (pg.23). Die shift - op basis van voortschrijdend inzicht met aandacht voor de noden van de huidige bewoners - kan niet op zich laten wachten.

Waar we het vorig jaar over hadden weet ik nog wel. Het klimaat. Toen moesten we met zijn allen dicht bij elkaar gaan wonen in de stad. En ons daar onderdompelen in beleving. Het nieuwe bezit. Vandaag hoor ik andere dingen. Zoals, ons huis en tuin zijn meer dan ooit the places to be. Om heerlijk te ontspannen en te genieten. Wie had dat een jaar geleden durven te zeggen of zelfs maar te denken? Daaruit blijkt dat duurzaamheid belangrijk is, maar ideeën zelden duurzaam zijn. Eén enkele epidemie en ze zijn weer weg. Al komen ze misschien terug,

besluit Rik Torfs aan het eind van de 7de Dag op één (10 mei 2020).