Debat rond bouwshift vergt breder narratief

05-10-2021

Bij uitstek het versterken van de ruimte is multidisciplinair 

Tijdens de laatste aflevering van 'De Afspraak op vrijdag' lieten opiniemakers hun licht schijnen over de woke-beweging en de impact op academici en het maatschappelijke debat. Zo wordt onder meer aangegeven dat we erover dienen te waken dat onder impuls van maatschappelijke stromingen stemmen in een debat niet terzijde worden geschoven. Zo dreigen standpunten en gegevens te worden geweerd enkel en alleen omwille van de hoedanigheid van de boodschapper. Dat komt nuance en een brede visie niet ten goede. De Vlaamse Confederatie Bouw wijst in dat verband ook op de eenzijdige benadering in het publieke debat rond de ruimtelijke plannen en de bouwshift. Daarbij wordt te vaak vertrokken van een wit blad met enkel theoretische doelstellingen belicht vanuit een helikoptervisie. Terwijl de praktische uitwerking en de betrokkenheid en bekommernissen van alle huishoudens, ondernemers en lokale besturen eerder onderbelicht worden. 

Uit recent onderzoek blijkt bovendien dat ook planologen visies hanteren die vaak ingegeven zijn door persoonlijke waarden en ervaringen. Met als bijkomende bekommernis dat te veel het utopische stedelijke weefsel voor ogen wordt gehouden en te weinig de ruimtelijke stand van zaken met de noden en financiële implicaties van steeds meer verdichting.* Aangezien het gaat om ruimtelijke plannen die invulling geven aan de leef-, werk- en woonomgeving van miljoenen gezinnen, kan het belang van een multidisciplinaire aanpak daarom allerminst onderschat worden. Met als hefboom de gezinnen en ondernemers die daadwerkelijk de ruimtelijke plannen zullen verwezenlijken.  

Multidisciplinair

Hoewel de bouwshift in se een paradigmashift inhoudt voor onze stedelijke centra en kernen, die dienen te worden versterkt en die veel meer huishoudens en activiteiten op een duurzame manier dienen een plaats te bieden om in te spelen op de klimaatuitdaging, heeft het debat overwegend één focus: de schaarse bouwgronden en de verdere daling van het bijkomend ruimtebeslag. Voor de huishoudens ligt de focus evenwel op een kwaliteitsvol en betaalbaar woonaanbod, goede mobiliteit en op het beter maken van de leefomgeving in het bestaande ruimtebeslag.

Intussen kan het ruimtelijk herinrichten van stedelijke centra en kernen niet louter vanuit een planologische helikoptervisie. Planologen, architecten, landschapsarchitecten, economen, ingenieurs, mobiliteitsexperts, bouwsector enz. dienen evenwichtig samen te werken om beleidsmakers te voorzien van alle instrumenten om de (budgettaire) knopen door te hakken. Zij hebben immers niet de luxe om te vertrekken van een wit blad. Heel wat stedelijke centra worden gekenmerkt door ruimtelijke verrommeling en de bewoners hebben heel wat bekommernissen zoals steeds hogere woonprijzen, de nood aan groen, waterbeheer, duurzame energieproductie enz.  

Veel tijd verloren 

Sinds de lancering van het beleidsplan ruimte Vlaanderen eind 2016 hebben we veel tijd verloren om onze steden voor te bereiden op een gedegen bouwshift en de klimaatverandering. De aandacht werd louter gericht op luchtkastelen in buitengebied met de verkavelingen uit de jaren 90 van de vorige eeuw als steeds terugkerende perceptie. Niet alleen blijkt uit recente gegevens dat dergelijke verkavelingen niet stroken met de recente gunstige trends in ruimtegebruik voor wonen, maar ook heeft de coronacrisis onderlijnd dat de ruimtelijke knoop zich in de centra en kernen bevindt. Die knoop ontwarren zal gepaard gaan met ambitieuze investeringstrajecten. Met als uitdaging om de noden van de inwoners te integreren in de ruimtelijke plannen. Op Europees niveau heeft men intussen tools ontwikkeld om de stem van de burger prominenter op te nemen in zulke beslissingen.

*Wouter Bervoets & Brendan Gleeson (2018): Academic Disagreement in Australian Urban Research: An Introspective Analysis, Urban Policy and Research, DOI: 10.1080/08111146.2018.1476228

To link to this article: https://doi.org/10.1080/08111146.2018.1476228